beleidsvrijheid. Zo kan de budgethouder zelf bepalen of financiële
steun gegeven wordt aan nieuwbouw in de sociale huur- of koopsektor
of aan ingrijpende woningverbetering. De betreffende bouwplannen
hoeven niet meer bij het rijk te worden ingediend. De plan
afhandeling vindt geheel op het niveau van de budgethouder plaats.
2. 1992 Overgangsjaar.
Op grond van het Besluit woninggebonden subsidies wordt een
onderscheid gemaakt tussen gemeente groter dan 30.000 inwoners en
gemeenten kleiner dan 30.000 inwoners. Gemeenten groter dan 30.000
inwoners zijn de zogenaamde budgetbeherende gemeenten. Gemeenten
met minder dan 30.000 inwoners zijn voor hun budgetbeheer
afhanklijk van de provincie.
In 1992 wordt het budgetbeheer evenwel nog gevoerd door de
Hoofdingenieur-directeur van de Volkshuisvesting (HID). De Minister
van VROM heeft in verband met de budgetbeheer de zogenaamde Regeling
woninggebonden subsidies vastgesteld. In die regeling is aangegeven
hoe de HID's bij hun budgetbeheer te werk dienen te gaan. Aangezien
de HID voor 1992 nog het budgetbeheer voert, ontstaan voor de
gemeenten nog geen financiële risico's. Wel is het zo dat de
gemeente verantwoordelijk is voor een zo goed mogelijke benutting
van het budget.
3. 1993. budgetbeheer bii de provincie of. ingeval van
doordecentralisatie, bii de samenwerkingsverbanden.
Op grond van het BWS zal de provincie vanaf 1993 worden belast met
het budgetbeheer van gemeenten met minder dan 30.000 inwoners.
De provincie Noord-Brabant heeft te kennen gegeven dit budgetbeheer
te willen overdragen aan de regionale samenwerkingsverbanden, die
allen een Regionale Volkshuisvestingscommissie (RVC) hebben.
Bij de doordecentralisatie is sprake van overdracht van taken en
personeel c.q. vergoedingen voor personeel. Binnen de provincie is
wat dat betreft van geval tot geval maatwerk nodig, uitmondend in
een bestuurlijke overeenkomsthierna te noemen: convenant) op maat
tussen provincie en rijk. Op basis daarvan wordt het budgetbeheer
overgedragen van de HID naar de samenwerkende gemeenten. Als gevolg
van de door de provincie beoogde doordecentralisatie onstaat een
rechtstreekse lijn van het rijk naar de regio. De regio is dan voor
wat betreft het budgetbeheer op geen enkele manier meer afhankelijk
van de provincie.
In een brief van 22 november 199t van Staatssecretaris Heerma aan
de colleges van Gedeputeerde Staten is een planning opgenomen van
de aktiviteiten die verricht op besluiten die genomen moeten worden
om te bereiken dat per 01-01-1993 het budgetbeheer via de provincie
aan de regio's kan worden doorgedecentraliseerd.
In deze planning is een zogenaamd convenanten-traject opgenomen,dat
-3-