uitreiking van een aangiftebiljet te verzoeken.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belasting
plicht in de loop van het tijdvak
Artikel 8
1. De rechten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het
belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in
artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht
verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht
als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle
kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld,in
artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt
ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde
recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog
volle kalendermaanden overblijven.
Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Artikel 9
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in
hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffen
de de heffing en de invordering van de belastingen.
Overdracht bevoegdheid verzending aanslagbiljetten
Artikel 10
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor de terpostbezorging of uitreiking
van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb.
221) voor de gemeente-ontvanger of de op grond van artikel 127a van de gemeentewet
aangewezen functionaris een andere gemeente-ambtenaar in de plaats treedt.
Nakoming van verplichtingen
Artikel 11
De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990
(Stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtena
ren der gemeentelijke belastingen.
3