Artikel 6: Wijze van heffing De belasting wordt geheven bij wege van aanslag. Artikel 7: Termijnen van betaling De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. Artikel 8: Aangifte 1De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van de evenbedoelde termijn bij burgemeester en wethouders schriftelijk om uitreiking van een aangiftebiljet te verzoeken. 2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld. Artikel 9: Machtiging tot overdracht van bevoegdheden Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffen de de heffing en de invordering van de belasting. Artikel 10: Overdracht bevoegdheid verzending aanslagbiljetten Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor de terpostbezorging of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de gemeente-ontvanger of de op grond van artikel 127a van de gemeentewet aangewezen functionaris een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt. Artikel 11Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtena ren der gemeentelijke belastingen. 2

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1992 | | pagina 116