Bijlage 2a
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR./B
5 31 januari 1991 1.752.3
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN PRIVACYVERORDENING GEMEENTE NIEUW-
VOSSEMEER
Aan de gemeenteraad,
Algemeen
Sinds de volkstelling 1971 is de behoefte aan het nemen van maatregelen
ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer steeds meer toegenomen.
Reeds in 1975 heeft de toenmalige Minister-President in afwachting van
een wettelijke regeling aanwijzingen gegeven ter bescherming van
gevoelige persoonsgegevens bij de overheid.
Vooral het gebruik van de computer en de automatisering van de
overheidsadministratie hebben vele discussies op gang gebracht met
betrekking tot de vraag in hoeverre de privacy van de burger voldoende
beschermd kan blijven.
Speciaal de registratie van persoonsgegevens dient gezien te worden als
een van de potentiele bedreigingen van de privacy.
Door de snelle voortgang in de techniek worden steeds meer
gegevensbestanden gecreeërd en voorzover nodig met elkaar gekoppeld.
De vraag naar deze gegevens neemt toe en door middel van uitbreiding
van randapparatuur wordt de toegankelijkheid ervan eenvoudiger. De
gemeente beschikt over een grote hoeveelheid aan persoonsgegevens, die
enerzijds op grond van wettelijke verplichtingen zijn geregistreerd en
anderzijds door de burger zijn verstrekt als onderdeel van bestuurlijke
informatie die de overheid voor haar bestuurstaak nodig heeft. Deze
gegevens worden in allerlei vormen verzameld, opgeslagen en verwerkt.
Als hoeksteen van deze verzameling persoonsgegevens kan het plaatselijk
bevolkingsregister worden aangemerkt.
Inmiddels is de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in de
grondwet van 1983 verankerd als een grondrecht.
Daarnaast heeft het parlement op 28 december 1988 de Wet Persoons
registraties ingesteld om te komen tot een uniforme regeling tot
bescherming van de persoonsregistratie. In deze wet wordt onderkend,
dat een ombelemmerd en onzorgvuldig gebruik van persoonsregistraties
gevaren oplevert voor de persoonlijke levenssfeer van de burger.