6 -
De voorzitter raadt met klem af het begrote bedrag te vermin
deren daar de reizen voor de uitvoering van de beroepsuit
oefening gemaakt moeten worden.
De heer Dekkers vraagt toch om een toelichting op de
stijging van 75% die in deze begrotingspost voorkomt.
De voorzitter antwoordt dat dat waarschijnlijk te wijten
is aan het feit dat er in het afgelopen jaar meer vergaderingen
bijeenkomsten e.d. gehouden zijn.
Voorts zegt de voorzitter dat geen van de collegeleden wars
is van het gebruik van openbaar vervoer, maar dat dit in
Nieuw-Vossemeer toch wel moeilijk realiseerbaar is.
Ten aanzien van de representatiekosten acht het college
het niet verantwoord die post te verminderen. Wel verzekert
de voorzitter dat van deze post, zoals steeds, zeer terughou
dend gebruik wordt gemaakt.
Ingaande op de opmerking van de heer van Geel over
de financiële verantwoording zegt de voorzitter dat het
ook van het college de bedoeling was te rapporteren voor
het zomerreces, dus mei-juni, en daarna weer in september-
oktober.
De door het Streekgewest in gang gebrachte ontwikkeling
met betrekking tot de afvalverwerking wordt door de gemeente
gestimuleerd. Het college ziet het echter niet zitten om
zelf initiatieven in deze te ontplooien.
Inzake de werkgelegenheid zegt de voorzitter dat het
prima is hiermee de boer op te gaan. Echter, hij wijst er
wel op dat het REWIN niet het werk zal doen voor de gemeente,
maar gezien het feit dat het een adviserend orgaan is, kan
het de gemeente wel goed informeren.
De voorzitter zegt toe dat over de werkgelegenheid
actief geïnformeerd zal gaan worden.
De heer van Geel merkt op dat de voorzitter dit in
deloop van 1990 reeds eerder heeft toegezegd.
De voorzitter antwoordt dat er nog nietsis gebeurd
maar begin 1991 zal geprobeerd worden informatie naar het
college toe te krijgen.
Naar aanleiding van de opmerking over de belastingen
en retributies attendeert de voorzitter erop dat het college
in de Meerjarenbegroting wel een Meerjarenbeleid heeft vastge
legd. De voorzitter vraagt dan ook met het college in die
visie mee te gaan. Er blijft in de komende jaren wel de
mogelijkheid dat beleid aan te passen en/of bij te stellen,
indien de financiële situatie hiertoe, hetzij in negatieve
of in positieve zin, aanleiding geeft.
Ingaande op de vraag van de heer van Geel met betrekking
tot de molens zegt de voorzitter dat een stichting in het
leven roepen waarschijnlijk duurder zal zijn dan het innen
van de draaipremies oplevert. Het college bekijkt of er
mogelijkheden zijn om een deel van de kosten voor de molens
kwijt te raken. De voorzitter noemt o.a. de mogelijkheid
van een landelijke stichting.
Met betrekking tot de bibliotheek zegt de voorzitter
dat er nog een gesprek plaats moet vinden met de A.M. de
Jongstichting over de huuropzegging. Het is dus niet te reali
seren om de bibliotheek per 01-01-1991 in "De Nieuwe Draaikolk
onder te brengen.
De heer van Geel attendeert de voorzitter op een door een
van de collegeleden ondertekende brief, die deze week is
binnengekomen en waarin wordt medegedeeld dat verhuizing