- 2—
Wethouder Rommers krijgt het woord en zegt het volgende:
Op 09-11-89 is gekozen uit de minst slechte van de
twee mogelijkheden die er toen waren.
Gezien het feit dat er geen ambtswoning meer aanwezig was,
is gekozen voor het huren van een woning en deze door te
verhuren. Er is lang gesproken over het voor en tegen en
bij meerderheidsbesluit is besloten de woning te huren.
Er zijn toen veel vage beloften gedaan. Begrippen als "tijde
lijk" en "passend" zijn moeilijk te definiëren, moeilijk
nader vast te leggen. Dit is erg jammer, achteraf bekeken.
Want als je zo'n besluit neemt dan zit daar toch een stuk
persoonlijk vertrouwen in. Dat vertrouwen is niet geheel
weg maar gezien de situatie is het wel tanend.
De notulen zijn erg laat vastgesteld. Dit had beter
eerder kunnen geschieden.
Als dan dit onderwerp vervolgens een jaar later weer op
de agenda komt geeft dit een prikkel of het in de raad of
in het college moet.
Naar aanleiding van de destijds gemaakte notulen kwam men
er niet uit. Ik heb toen gevraagd naar de banden. Die waren
helaas niet voor handen.
Hoewel ik wel mijn twijfels had, heb ik toch deelgenomen
aan de stemming. Ik wil hiermee benadrukken dat wethouder
Hommel wel de juiste procedure heeft gevolgd. Pas tijdens
de collegevergadering kwam de dubbelstem van de loco-burge
meester volgens de Gemeentewet naar boven.
Toen kwam de mededeling naar de raad en ik vind het
ja mmer dat pas tijdens de rondvraag de mogelijkheid werd
geboden hier nader op in te gaan.
Het feit ligt er dan dat de huurovereenkomst is verlengd.
Dat is jammer. Immers, men wil proberen de bevolking te
ontlasten en ik denk dat de hele raad daar wel zo over denkt.
Je komt dan weer bij de begrippen "tijdelijk" en"passend"
en daar kom je niet uit. Ik wil dit dan ook vanavond niet
aanslingeren. Haar ik wil wel vragen begrip te hebben voor
de andere kant. Dat dit wrevels opwekt bij wie er in Nieuw-
Vossemeer woont.
Als er een einde in zicht was dan kon iedereen daar wel
in meeleven. Helaas is het bouwen langzamerhand wel verwaterd
en struikelt het kopen van een andere woning over het geringe
aanbod.
Ik wil toch een beroep doen om een tijdslimiet aan
te geven waardoor we uit deze impasse geraken. Een dergelijk
verschil van mening binnen het college is ook bestuurlijk
niet goed."
Vervolgens krijgt de heer de Koning het woord.
Hij zegt ondermeer dat er al veel over deze woning
en de financiële gevolgen is gesproken. Graag wil de heer
de Koning weten wat de voorzitter tot op heden heeft ondernomen
om aan huisvesting te komen.