in artikel 5, eerste lid, bedoelde aanvulling is ontvangen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen. Van een besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn, schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager. artikel 8 Aanhouding 1. Burgemeester en wethouders houden de beslissing op de aanvraag om vergun ning of het verzoek tot vrijstelling aan, totdat door hen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van de Brandbeveiligingsverordening en de Bouwverordening, een beslissing is genomen. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 7, nemen burgemeester en wethou ders, voor zover de aanhouding bedoeld in het eerste lid langer duurt dan de in artikel 7 gestelde termijnen, de beslissing op een aanvraag om vergunning of een verzoek tot vrijstelling zo spoedig mogelijk na afloop van de in artikel 7 bedoelde termijnen. artikel 9 Fictieve weigering Indien op een aanvraag om vergunning of een verzoek tot vrijstelling niet is beslist binnen de in artikel 7 of 8 bedoelde termijnen, wordt de aanvraag om vergunning of het verzoek tot vrijstelling geacht te zijn geweigerd. artikel 10 Mededeling beslissing Van het besluit op een aanvraag om vergunning of een verzoek tot vrijstelling doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de aanvrager, respectievelijk de verzoeker. artikel 11 Inhoud van de vergunning 1. In de vergunning worden vermeld: a. naam van de houder; b. het soort voorziening; c. het aantal uren dat de voorziening is geopend; d. de plaatselijke aanduiding van het perceel dan wel de percelen waarin de voorzieningen voor kinderopvang zijn gevestigd; e. de ligging en de oppervlakte van de lokaliteiten, waarin de kinderen verblijven; f. het aantal kinderen, naar leeftijd uitgesplitst, dat per dagdeel maximaal aanwezig kan zijn; g. het maximum aantal groepen; h. de peildata waarop de onder f en g genoemde aantallen moeten worden geteld 2. Het in het eerste lid onder c tot en met h gestelde is niet van toepassing op de vergunning voor een gastouderbureau. 3. Naast de in het eerste lid onder a tot en met c genoemde gegevens, wordt in de vergunning voor een gastouderbureau tevens het maximum aantal bemiddelingen vermeld, dat jaarlijks kan worden verricht.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1990 | | pagina 143