De voorzitter vraagt of de heer Buijs redactioneel
gezien geen problemen heeft met de notulen.
De heer Buijs merkt op dat hij het besluit tot
delegeren van de bevoegdheid niet ter inzage heeft
gezien.
Ditzelfde geldt voor 3 andere raadsleden.
Wel heeft hij het financiële overzicht gezien waarin
het delegeren van de bevoegdheid is vermeld.
De voorzitter vraagt voor de duidelijkheid of de
heer Buijs de besluitvorming die aan een voorstel vastzit
toen niet heeft gezien.
De heer Buijs beaamt dit.
De voorzitter zegt dat dit wel ter inzage heeft
gelegen.
De heer Dekkers zegt dat dit natuurlijk niet te
bewijzen is.
De gemeentesecretaris merkt op dat in het voorstel
verwezen wordt naar het ter inzage gelegen hebbende
besluit
Dit kan mogelijk als een bewijs gelden. Als er geen
besluit ter inzage zou hebben gelegen zou dit vast door
de raad zijn opgemerkt.
De heer Buijs zegt dat naar de huurovereenkomst
verwezen wordt en niet naar het besluit. Nogmaals
benadrukt de heer Buijs dat wel in het financiële
overzicht vermeld is dat de wethouders bevoegd zijn een
huurovereenkomst aan te gaan. Maar dat de raad haar
bevoegdheid gedelegeerd zou hebben is niet in het dictum
opgenomen
Ook is nergens terug te vinden dat de wethouders
de huurovereenkomst mogen verlengen.
De heer van Geel merkt op dat geen sprake is van
verlengen maar dat het huurcontract niet wordt opgezegd;
dit is iets anders.
De heer Buijs wijst erop dat er zwaar over
gediscussieerd is, maar nergens is terug te vinden dat
de raad het college machtigt. Dan zou de raad niet met
een amendement of motie komen want dan zou ze niks te
vertellen hebben.
De voorzitter zegt dat in de notulen duidelijk is
vermeld dat in de septembervergadering dit punt van
bespreking zal zijn in het college van burgemeester en
wethouders
De heer Slokkers informeert of er nog andere
notulen waren.
De voorzitter zegt dat er nog een concept was van
de mevrouw die altijd de notulen maakt, maar deze gaven