- 11
voorziene haken en ogen niet binnen de bestuursovereenkomst
kunnen worden opgelost.
Dit is echter pas aan de orde nadat de raad haar bereidheid
tot medewerking heeft uitgesproken.
De voorzitter wil er nogmaals met klem op wijzen dat door
het college een correcte weg is gevolgd.
Eenmaal heeft de voorzitter op eigen initiatief een
bezoek gebracht aan de burgmeester en vreemdelingenpolitie
in Rijsbergen. Er werden ook toen wel enkele problemen gecon
stateerd, maar niet dermate buitensporig als de problemen
die zich onlangs hebben voorgedaan.
De voorzitter geeft nogmaals aan dat men volledige en correcte,
objectieve informatie heeft ontvangen.
Ingaande op de suggestie van de heer Dekkers om kleinere
centra te realiseren, merkt de voorzitter op dit met de heer
van Beeck te zullen bespreken.
Wel maakt hij de kanttekening dat bij de realisatie van een
AZC een medische staf en een vreemdelingenpolitie horen.
Natuurlijk zijn dit pas reële investeringen bij grote centra.
Vervolgens krijgt wethouder Hommel het woord.
Graag wil wethouder Hommel nog even ingaan op het vluch
telingenprobleem.
Massaal komen mensen die geen dak boven hun hoofd hebben,
vluchtend, op zoek naar veiligheid, de rijke westerse landen
binnen. Binnen de Verenigde Naties zijn afspraken gemaakt
over de opvang. Omdat het probleem zo groot is, is er de
ROA-regelingDeze regeling voorziet echter niet in tijdelijke
opvang. Daarom doet het Ministerie nu een beroep op Nieuw-
Vossemeer
Wethouder Hommel verzoekt, ondanks de angst voor mogelijke
problemen, uit een humanitair oogpunt gezien, op dit moment
niet af te haken bij W.V.C.
Vervolgens krijgt wethouder Rommers het woord.
Hij zegt blij te zijn met de uitleg die de voorzitter
heeft gegeven enmerkt op dat de vluchtelingenproblematiek
bij ieder leeft. Maar in zo',n kleine gemeenschap zo'n groot
aantal asielzoekers brengen, lijkt op problemen zoeken.
De een kan denken dat dit meevalt en voor die mening heeft
hij ook respect. Zelf voorziet de heer Rommers wel grote
problemen.
Ook de heer Buys dankt de voorzitter voor zijn uitleg.
Hij merkt nogmaals op dat de inwoners verontrust zijn
en wil zich gaarne bij het betoog en de suggestie van de
heer Dekkers aansluiten.
De heer van Geel merkt op dat het geen zin heeft nog
nader op de bestuursovereenkomst in te gaan.
Gaarne wil de heer van Geel de betrokkenen, die van
mening zijn veranderd over het beschikbaar stellen van een
tweede woning voor opvang, uitnodigen met een voorstel hiertoe
te komen.
De voorzitter vraagt of de raad een principe-besluit
wil nemen waaruit blijkt dat zij een bestuursovereenkomst
wil sluiten
Tevens vraagt de voorzitter de raad zich uit te spreken of
zij bereid is artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
toe te passen.