ill
Bijlage 6.
AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR /UI2
9 1 MEI 1990 1.778.5
VOORSTEL IN TE STEMMEN MET DE INSTELLING VAN EEN REGIONALE VOLKSHUIS
VESTINGSCOMMISSIE
Aan de gemeenteraad,
Tijdens de raadsvergadering van 16 juni 1987 heeft uw raad zich
uitgesproken tegen de instelling van een Regionale Volkshuisvestings
commissie. Aan dat besluit is destijds een uitgebreide discussie
voorafgegaan, welke uiteindelijk leidde tot een negatieve uitspraak
t.a.v. de instelling van de commissie. Motieven om destijds niet mee te
werken aan de instelling van een R.V.C. waren o.a. de goedlopende
regeling van uitruil van premies en de ongewisse financiële gevolgen na
het beëindigen van de proefperiode van drie jaar.
Inmiddels hebben er een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden, die voor
het Streekgewest aanleiding geweest zijn zich opnieuw over de
instelling van een R.V.C. te buigen. De Gewestraad heeft zich in de
vergadering van 26 maart 1990 uitgesproken voor de instelling van een
R.V.C. voor een periode van voorlopig 3 jaar.
De taken van de in te stellen R.V.C. kunnen als volgt worden
samengevat
- het deelnemen in vooroverleg tussen de R.V.C. 's met het oog op een
gekoördineerde belangenbehartiging in de Provinciale Volkshuisves
tingscommissie
- het behartigen van de gezamelijke gemeentelijke belangen op het
terrein van de volkshuisvesting;
- het plegen van overleg over de realisering van de gemeentelijke
nieuwbouw- en verbeteringsprogramma's en de onderlinge uitruil van
de betreffende kontingenten
Ten opzichte van het voorstel 1987 is de taakstelling belangrijk
minder. Dit gegeven is in overeenstemming met de gevoelens daarover
vanuit de Gewestraad. Deze gevoelens hebben betrekking op de
taakstelling van de R.V.C., de directe financiële consequenties en de
consequenties bij afbouw van de taak na drie jaar.
Met name over dit laatste aspect is in 1987 uitvoerig gediscussieerd.
De verwachting dat na het eventuele afbouwen van de taak nog gelden
voor wachtge 1dverp1ichtingen beschikbaar zouden moeten worden gesteld
heeft mede geleid tot uw besluitvorming destijds.
Inmiddels zijn ook in de mogelijkheden van ruiling van premies tussen
gemeenten onderling wijzigingen opgetreden. De Inspectie van de
12