GEMEENTERAAD NIEUW-VOSSEMEER
(vierde vergadering)
Openbare vergadering van de raad der gemeente Nieuw-
Vossemeer op 01 mei 1990 des avonds om acht uur in het
gemeentehuis
Tegenwoordig: de heren A.F. Hommel, A.C.M. Rommers,
L.C. Dekkers, H.F.P.M. Buys, P.J. de Koning, C.J.M. van
Geel en C.J. Slokkers.
Voorzitter: E.A. Lukkassen, burgemeester.
Secretaris: P.P. Moors.
Opening
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke
gebed en heet de heren raadsleden, de aanwezigen van de
pers en op de publieke tribune welkom.
Trekking stemmingsnummer.
De voorzitter trekt nummer 6, zodat eventuele hoofdelijke
stemmingen en de rondvraag zullen beginnen bij het lid
dat zijn naam geplaatst heeft achter nummer 6 van de pre
sentielijst; te weten de heer C.J.M. van Geel.
Beëdiging raadsleden.
De voorzitter verzoekt de raadsleden te gaan staan
en leest de zuiveringseed voor.
De heren Rommers, Slokkers, Dekkers, de Koning van
Geel en Hommel leggen de eed af en de Heer Buys legt de
belofte af.
Vervolgens leest de voorzitter de overige eed voor,
waarna de heer Buys wederom de belofte aflegt en de overige
leden de eed af leggen.
De voorzitter houdt een toespraak waarin hij het volgende
zegt
Allëreerst feliciteer ik U allen van harte met
uw installatie als raadslid der gemeente Nieuw-Vossemeer.
Voor mij een mooi moment eens even terug te blikken over
de periode dat ik mijn burgemeestersambt tot nu toe heb
mogen vervullen. Vandaag precies acht maanden. Ik hoop
overigens dit nog lang te mogen doen in deze mooie gemeente.
Het is mij echter wel gebleken, dat de heren van deze
raad het niet altijd op alle fronten met elkaar eens
zijn. Op zich hoeft dat geen probleem op te leveren.
Een gezonde opbouwende discussie kan nooit kwaad; aan
de andere kant is het steeds weer moeten ontberen van
een breed draagvlak een doorn in het oog van uw voorzitter.
Zei ik reeds in mijn installatierede dat het behoud van
Nieuw-Vossemeer o.a. zal afhangen van een bestuurlijk
goed functioneren, ook nu weer wijs ik u erop dat zowel
in Den Bosch als in Den Haag ons bestuurlijk functioneren
nauwlettend in de gaten wordt gehouden. In de voorbije
acht maanden heb ik bij een aantal voorstellen onvoldoende
inspanning bemerkt om tot dat zo groot mogelijk gewenste
draagvlak te komen. Als onafhankelijk voorzitter van
uw raad moet ik objectief vaststellen dat dit zowel voor
de oppositie als de coalitie geldt.