;vi de Kosten van extra te organiseren mankracht kunnen berekend worden op 0,61 X f 90.000,f 54.900, af: de bijdrage van het ministerie van V.R.O.M. 4SSO-- Aanvullende gemeentelijke bijdrage 1e jaar f S0.350,-- Met dit laatste kunnen wij echter niet zonder meer instemmen. Nog afgezien van het feit dat de gemeentebegroting een extra last van ruim f 50.000,-- niet toelaat, zijn wij niet geheel overtuigd van de juistheid van het aangeleverde cijfermateriaa 1De aangeleverde cijfers zijn gebaseerd op theoretische gegevens en gelet op de daaruit voortvloeiende consequenties achten wij het juist nader te onderzoeken wat de consequenties zullen zijn wanneer wordt uitgegaan van op de praktijk gerichte gegevens. Inmiddels worden de door Berenschot geproduceerde gegevens getoetst aan de praktijk. Los daarvan achten wij het gewenst dat ook in onze gemeente gestreefd wordt naar een adequaat uitvoeringsniveau van de milieuwetgeving Hoewel eraan getwijfeld wordt of dat moet gebeuren op grond van extra inzet, zoals dat naar voren komt uit het Berenschot reken model, zijn wij van mening dat enige extra inzet toch gewenst is. Bij het beschikbaar stellen van de zogenaamde Nijpels-gelden stelt het ministerie ook als voorwaarde dat de deelnemende gemeenten extra inzet beschikbaar stellen. Als uitgangspunt willen wij dan ook in 1990 middelen beschikbaar stellen voor de inzet van 0,1 mankracht extra formatie. Financieel geeft dat de volgende consequenties: extra te organiseren mankracht 0,1 X f 90.000,-- f 9.000, af: VR0M-bijdrage - 4550 Aanvullende gemeentelijk bijdrage op jaarbasis f 4.450,-- Mochten de op de praktijk gebaseerde gegevens uitwijzen dat nog meer extra mankracht ingezet dient te worden dan zullen wij u daar over nadere voorstellen doen. 9. Organisatie werkkracht-modellendiskussie Uitgangspunt was centrale inzet van de toe te voegen capaciteit. In een voorstel aan de Gewestraad van 18 december 1989 konkludeert het dagelijks bestuur van het gewest al dat, - nu de gemeenten voor de keuze staan hoe die centrale inzet te organiseren - een diskussie over het samenwerkingsmodel onvermijdelijk is Talrijke vragen liggen daarbij nog open. Onder andere dient gedacht te worden over de volgende aspecten: - wat moet nog centraal of decentraal georganiseerd worden; - ligt een uitbouw van het bijatandskontrakt in de rede; - moet gedacht worden aan verdergaande concentratie van de kapaci- t e i t Van het Streekgewest verwachten wij nieuwe initiatieven om die dis kussie gestruktureerd te gaan voeren. Wij willen daar thans niet op vooruit lopen 10. Samenvattend stellen wij u voor: a. de gemeentelijke milieu-takenuitvoering en daarmee de subsidie aanvrage te baseren op de V.R.O.M.-kengetallen met een opslag van 20%; b. in te stemmen met de voorgestelde voorlopige beleidsmatige in vulling en de financi le konsekwenties daarvan. Deze laatste door vaststelling van de 8e wijziging van de begroting 1990; c. nieuwe initiatieven van het streekgewest voor een diskussie over het na te streven samenwerkingsmodel af te wachten. Nieuw-Vosserneer12 februari 1990. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer de secretaris, de burgemeester, P.P. Moors. E.A. Lukkassen. v - hMËWÈË mm ih&afegi Mm

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1990 | | pagina 36