- 8 -
9. Pomp brandweer.
De pomp, welke momenteel bij de vrijwillige brandweer in gebruik is,
is niet bedrijfszeker. In de huidige organisatie van de brandweer is
sprake van twee uitrukeenheden en clustervorming met St. Philipsland
en Tholen, voor wat betreft de rampenbestrijding. Het beschikbaar hebben
van een goed werkende pomp is daarom noodzakelijk. De kosten van aanschaf
bedragen 32.000,- en de jaarlast in het le jaar is 4.054,
10. Hertaxatie O.G.B.
De verordening op de O.G.B. geeft aan dat een keer per 5 jaar taxaties
van de onroerende goederen moeten plaatsvinden. Voor deze hertaxaties
zijn inmiddels offertes gevraagd, en op basis daarvan is een bedrag van
24.000,opgenomen. De jaarlast hiervoor bedraagt f 6.240,- gedurende
5 jaren. Begin 1989 zullen U hierover voorstellen bereiken.
11. Vervanging telefooninstallatie.
De vervanging van deze installatie, welke 15 jaar oud is, is dringend
noodzakelijk. Reparaties worden door de PTT niet meer uitgevoerd en er
treden veelvuldig storingen op. Een serviceverlenende instelling, zoals
een gemeente, kan niet zonder een goede telefooncentrale. De kosten van
aanschaf bedragen 19.025,— en de jaarlijkse last is berekend op
3.816,-
Met verwijzing naar de investeringsstaat zien we dat uitvoering van
bovenstaande punten een totaal-investering met zich meedraagt van 792.553,
De kapitaalslastdie hiermee in 1989 gemoeid is bedraagt 117.889,-
Zoals hiervoor is weergegeven sluit de begroting met een post onvoorzien
van 22.913,44, rrfaar is er geen ruimte voor nieuw beleid c.q. vervangings
investeringen. Ons college is echter van mening dat de onder punt
1 t/m 11 beschreven plannen in 1989 uitgevoerd moeten worden. Wij hebben
ons dan ook langdurig beraden over de mogelijkheden om dekkingsmiddelen
aan te wijzen en willen U daarover het volgende voorstellen:
Verlaging van de post onvoorzien met 10.000,-
Gelet op de noodzaak de genoemde investeringen uit te voeren en het feit
dat de post onvoorzien in 1988 op hetzelfde niveau (na de verlaging)
achten wij het verantwoord de post met dit bedrag terug te brengen.
2. Het achterwege laten van de storting van 3.000,- in het fonds onderhoud
onroerende goederen. Het saldo van dit fonds zal op 31 december 1988
36.708,19 bedragen. De hoogte van het fonds moet toereikend zijn om
de te verwachten onderhoudskosten te voldoen.