-11- Profijtbeginsel Bij post 5.922.00.00.02 staat inderdaad een stelpost heffing profijtbeginsel van 1.500,- aangegeven. Het betreft echter niet een stelpost voor meeropbrengst werk door derden van openbare werken. Deze stelpost is opgenomen omdat door de liquidatie van Werkgroep Jeugd een bedrag van 1.500,- op grond van het profijtbeginsel verloren gaat. Bedoeling is, dat dit bedrag ergens anders gevonden wordt. De bedragen met betrekking tot de invulling van het profijtbeginsel voor NVS en NVTV zijn opgenomen onder nummer 5.530.00.3.2.00 en 01 (blz.40) Winstuitkering Enwa. Het volgen van een voorstel om 5% van de winstuitkering van de Enwa te reserveren voor gasaansluitingen in onrendabele gebieden zou tot gevolg hebben dat de begroting niet sluitend zou worden. Mogelijk dat aan deze suggestie gevolg gegeven kan worden in financieel gunstiger jaren. Belastingen. Dat de belastingdruk per inwoner in 1988 door de invoering van de riool retributies gestegen is, was een gevolg van de grote financiële druk waaraan de gemeente onderhevig was. In de meerjarenbegroting is voor de reinigingsrechten, hondenbelasting, woonforensenbelasting en 0GB t/m 1990 een stijging van 5% per jaar opgenomen. Vanaf 1992 is de begroting bij ongewijzigd beleid in evenwicht. Daarom is in de meerjarenbegroting vanaf 1991 een stijging van deze belastingen met 214% opgenomen. De rioolretributie is buiten,de meerjarenbegroting gelaten. Volgens het kostendekkingsplan rioleringen dient de retributie met 5% per jaar te stijgen om alle kosten te dekken. Zodra het Hoogheemraadschap goedkeuring heeft verleend aan het rioleringsplan en het kostendekkingsplan zullen wij de beide plannen aan U ter vaststelling voorleggen. Een gelijkmatige verhoging van 3% per jaar is om bovenstaande reden niet mogelijk. Wanneer dat wel aanvaard zou worden, zullen de lasten van de riolering niet.meer kostendekkend zijn en moeten er jaarlijks, ten laste van de algemene dienst, een dotatie gedaan worden. De reeds enige jaren geleden gedane suggestie van de heer Buys, om de verhouding tussen de gebruikers en de zakelijk gerechtigden van onroerende, goederen aan te passen, hebben wij in 1988 opgenomen. Thans is een verdergaande inhaal- manouvre, ten aanzien van de verhouding, aan U voorgelegd. Kortheidshalve mogen wij U naar het desbetreffende raadsvoorstel verwijzen. Wij zijn de heer Buys erkentelijk voor zijn voorstellen.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1988 | | pagina 109