- 13 - offerte opgevraagd bij een bedrijf in Bergen op Zoom voor de verzekering. Bij de sloping zal de zaak opengesteld worden. Wethouder Rommers deelt mede dat ten aanzien van de verzekering in eerste instantie een bedrag op tafel moet komen. Dit is gebeurd. Voor de rest is het college van menin dat kan een plaatselijke ondernemer ingeschakeld worden, dit ook gedaan zal worden. Er zijn geen toezeggingen gedaan en het is ook niet uitbesteed. Wel heeft iemand een op dracht gekregen om een offerte uit te brengen en hebben des kundigen de zaak nog bekeken. De heer Buijs wil de voorzitter erop attenderen, nadat deze gesproken heeft over de Profijtbeginsel, dat de tennis vereniging een kostendekkend geheel is. Bij de aanleg van de tennisbanen is destijds overeengekomen dat deze kosten dekkend moeten zijn. Wel wil hij zeggen dat de vereniging zeer zwaar belast is en dat hier verder geen kosten op ver haald kunnen worden. De voorzitter antwoordt dat dit bekend is. Toch willen we in ieder geval die verenigingen en instanties daar in betrekken zodra we met een goed uitgewerkt plan kunnen komen De heer de Koning heeft vernomen dat het dik hout al weg is voor het gevallen is en vraagt of dit op waarheid berust of dat dit een steek onder water is. Wethouder Rommers antwoordt dat dit een gezegde is. Iedereen waar hij ook werkt, pikt wel eens een graantje mee. Dit is niet bedoeld om personen te kwetsen. Verder hoopt de heer de Koning dat het kabeltreintje nu na 2 jaar eens van richting veranderd. Ook hij wil iets zeggen over de verstandhouding tussen de raad en het college bij het agendapunt over de aanschaf van een vrachtwagen. Voor de eerste keer is gevraagd een voorstel aan te houden en dat wordt meteen afgeketst. Zou het voorstel wel aangehouden zijn waren we momenteel nog maar even ver als vandaag, maar zou de verstandhouding beter zijn geweest. Hij meent dat het college hierin een grote bijdrage heeft geleverd. Duidelijk had de meerderheid van de raad om aanhouding gevraagd waarom kan men hier dan .niet één keer aan toegeven. Eerst komt de voorzitter terug op de brief van de frak- tie van de heer de Koning waarin geschreven staat dat het college brieven aan de raad achter zou houden. Hij vraagt of de heer de Koning begrijpt hoe zo iets overkomt bij het college en berustte dit nu maar eens op waarheid. Hij is verder van mening mocht het college met het voorstel gekomer zijn om een traktor aan te schaffen dat dit precies omge keerd geweest zou zijn. Hij vraagt zich af waarom iedere keer als een voorstel in de raad komt wat goed is opge bouwd en uitgespit altijd de uitkomst 4 tegen 3 is, waarom niet een keer 7—0 of 5—2. Nieuw—Vossemeer staat bekend als een lachertje. Het is altijd 4 tegen 3. Zitten wij als college en de rest van de raad altijd te slapen of is het dwarsigheid. De heer de Koning komt terug op het feit dat de meer derheid van de raad om een aanhouding van een agendapunt vraagt en dit niet toegewezen wordt omdat er een brief ontvangen is van een fraktie die het college niet aanstaat. Zo begint men zelf de zaal over te spelen. De voorzitter deelt mede dat dit beslist niet waar is want alles, van welke fraktie ook, wordt serieus aangepakt. - 14 -

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1988 | | pagina 74