r*
- 10 -
wel frappant dat er steeds nieuwe woorden door hem uitge
vonden worden. Hij had nu eindelijk gehoopt met 7 volwasse
nen te kunnen vergaderen maar dat de heer Buijs dit na een
keer proberen niet vol kan houden vindt hij toch wel zeer
jammer.
•De voorzitter meent dat iedereen goed aan zijn trekken
is gekomen wat de begroting betreft. Afgelopen week is alles
hoofdstuksgewijs en bladzijdegewijs behandeld. Hij vraagt
of dit nu weer zo behandeld moet worden. Zo niet, dan vraagt
hij wie stemming wenst.
De heer Buijs wenst hierover stemming.
Uitgebracht worden zeven stemmen waarvan 4 stemmen voor
en 3 stemmen tegen, waarbij de heren van Geel, Hommel,
Rommers en Ólokkers hebben voorgestemd en de heren Dekkers,
Buijs en de Koning tegen.
De begroting is derhalve met vier stemmen voor en drie
stemmen tegen als volgt vastgesteld:
4.680,562,—
4.680.562,—
13.585
2.381.949,78
1.147.559,59
1 .234.390, 19
236.863,80
236.863,80
172.998,99
172.998,99
Goed te keuren de begroting 1988 van de Stichting Recreatie
tot de volgende bedragen:
uitgaven 49.670,—
inkomsten 40.825,
nadelig exploitatiesaldo 8.845,
Bijlagen 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8.
Gewone dienst
uitgaven f
inkomsten
Onvoorziene uitgaven
Kapitaaldienst
uitgaven f
inkomsten
nadelig saldo
Woning-bedrijf gewone dienst
uitgaven
inkomsten
Kapitaaldienst
uitgaven
inkomsten
6Voorstel tot vaststelling van de le. 2e en 3e wijziging van
de begroting 1988. Codenr. -2.07.352.11, bijlage 9.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten. Bijlage 9.
7Voorstel tot aanschaf van een vervoermiddel voor de afdeling
gemeentewerken. Codenummer -2.07.353.7, bijlage 10.
De heer van Geel meent een toelichting verschuldigd te
zijn. Tijdens de behandeling van de verhogingen van diverse
belastingen en retributies heeft hij er zich voor uitge
sproken dat er zorgvuldig met de gemeentefinanciën omge
sprongen moet worden. Deze zorgvuldigheid is de basis van
zijn verzoek in de raadsvergadering van 23 februari geweest
om de beslissing van de aankoop van een vervoersmiddel voor
openbare werken uit te stellen omdat voor hem niet voldoende
tekens van voor- en nadelen op tafel lagen. Dit in tegen
stelling tot wat het college vond. Na ook in de 2e termijn
opnieuw deze vraag gesteld te hebben was hij verrast dat
na interne beraadslaging het voorstel in stemming werd ge
bracht. Voor.deze stemming maakte de op hem uitgeoefende