bij lage 11
Agendapunt Raadsvergadering Codenummer
7a 9 maart 1988 1.714
VOORSTEL TOT UITSTEL VAN DE INWERKINGTREDING VAN DE WET TOT BEREKENING VAN RENTE
INZAKE BELASTINGEN EN PREMIES VOLKSVERZEKERINGEN
Aan de gemeenteraad,
Op 1 april 1987 is de Wet van 26 maart 1987 tot berekening van rente inzake
belastingen en premies volksverzekeringen in werking getreden.
Deze wetswijziging leidt ertoe dat o.a. door de gemeenten rente moet
worden gevorderd over belasting die te laat wordt betaald en dat door de ge
meente rente moet worden vergoed over betaalde belasting die wordt gerestitu
eerd.. Het betreft hier de zogenaamde "Invorderingrente".
Zoals U wellicht bekend zal zijn, vindt deze wetswijziging reeds toepassing
bij de door het rijk ingevorderde belastingen, waartoe ook de onroerend-goed-
belastingen behoren.
In de wetswijziging is verder bepaald dat deze eerst op 1 april 1988
in werking treedt met betrekking tot belastingen en heffingen die niet door
de rijksbelastingdienst worden ingevordeixi, zodat de gemeenten met ingang
van deze datum met de nieuwe wettelijke bepalingen worden gekonfronteerd.
Deinwerkingtreding van de wetswijziging kan echter worden uitgesteld tot
uiterlijk 1 januari 1997, mits dat vóór 1 april 1988 in de desbetreffende
belastingverordeningen is bepaald.
Voor wat betreft de daadwerkelijke toepassing van deze wetswijziging
heeft de Staatssecretaris van Financiën een renteregeling vastgesteld voor de
berekening van de invorderingsrente voor de door de rijksbelastingdienst in
te vorderen belastingen.
In deze ministeriële regeling worden tot die in te vorderen belastingen
ook de kleinste rentebedragen aan de belastingschuldigen vergoed. De door de
belastingschuldige te betalen rente wordt niet in rekening gebracht indien
het verschuldigd rentebedrag een bedrag van 50,niet te boven gaat.
Formeel zijn de gemeenten vrij om al dan niet overeenkomstig toepassing te
verklaren van deze ministeriële regeling. Door de V.N.G. is daarbij gesteld
dat uit oogpunt van doelmatigheid en rechtvaardigheid het in de rede ligt
om ook bij de aan de belastingschuldige te vergoeden rente eveneens een
drempel van 50,in te bouwen. Hierdoor wordt voorkomen, dat eventuele
rentevergoedingen aan belastingschuldigen, die minder dan 50,bedragen,
buiten toepassing worden gelaten.