- 6 -
Tevens brengt de heer de Koning aan de orde dat hij
het mooier had gevonden de bewoners van Nieuw-Vossemeer
zelf een naam te laten bedenken bijvoorbeeld via een enquê
te.
Wethouder Rommers maakt de opmerking dat de medewer
kers van het Streekarchief waarschijnlijk niet vaak in
tuinen komen en daarom geen verschil weten.
De heer Bui j s vindt het leuker dat de raad uit meer
dere namen een keuze kan maken en verlangt een tekening
van de huidige en bestaande situatie.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders beslo
ten. Bijlage 8.
Voorstel inzake de regeling opvang asielzoekers. Codenummmer
-17567, bijlage 9.
De heer van Geel gaat in dezelfde volgorde in op het
voorstel, te weten:
1. Er dient een sluitende financiële regeling gepresenteerd
te worden.
Dit is inderdaad niet het geval maar gezien de bedragen
door het Rijk gegeven om asielzoekers op te vangen is
de sluitendheid bij 3 van geen belang.
2. De opvang en begeleiding.
Dit zal vrijwilligers en professionele krachten vergen,
maar Nieuw-Vossemeer kennende zal het hieraan niet ont
breken. Zelfs een gemeentelijke mankracht zal geëist
worden.
3. Woningen.
De woninglijst is niet zo uitzichtloos als hier voorge
steld. Hij verwacht dat bij de voltooiing van de be
jaardenwoningen een doorstroming zal plaatsvinden en
tevens zullen in 1988 regelmatig woningen leeg komen.
Tevens voegt hij hier aan toe dat in het verleden men
sen uit Nieuw-Vossemeer hebben moeten vluchten, maar dan om
andere redenen, en dat zij toen ook blij waren dat zij ge
holpen werden.
Hierna vraagt hij stemming over dit voorstel en vraagt
aan het college mocht deze negatief uitvallen dan niet
alleen de mening van de raad bekend is maar het college
deze ook goed zal uitvoeren.
De voorzitter hoopt dat het college zoveel vertrouwen
geschonken wordt en zal worden om dit tot een goed einde te
brengen. Hij zegt verder dat er een groot verschil is tussen
vluchtelingen en asielzoekers en deze laatsten kansloos
zijn om hier te blijven daar zij niet onder het vluchte
lingenverdrag vallen. Verder maakt hij de opmerking dat het
college ook gevoel heeft maar dat de opvang en begeleiding
geen eenvoudige zaak is; vooral de taal is een moeilijk
heidsfactor.
Wethouder Rommers zegt dat er een commotie is ontstaan
en nu lijkt het, zoals uit de kranten en brieven blijkt,
alsof de meerderheid van het college niet menselijk is. Hij
vindt dit een gevoelskwestie. Tevens verwacht hij dat de
vrijwilligers tekort zullen schieten daar:
- er geen goede communicatie kan plaatsvinden;
- de asielzoekers niet alleen gebaat zijn met een dak boven
hun hoofd;
- de asielzoekers de dag ook moeten doorbrengen;
- op deze vrijwilligers een grote psychische druk komen te
staan.
- 7 -