AGE»DA™T RAADSVERGADERING CODEiÜ^1^
07.2
11 26 augustus 1987 -1.851.2.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE"VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE NIEUW-VOSSEMEER"
Aan de gemeenteraad.
Bij wet van 24 december 1986 is de Wet Gemeenschappelijke Regelingen Leerlingenvervoer
definitief vastgesteld. Deze wet is op 1 augustus j.l. in werking getreden.
Het tot voor kort geldende regime onder artikel 13 van de Lager Onderwijswet t.b.v.
de behartiging van het leerlingenvervoer is als gevolg van deze wet aanmerkelijk ge
wijzigd. Als uitgangspunten in deze nieuwe wet kunnen worden genoemd:
a. vergroting van de beleidsvrijheid van de gemeente bij het vaststellen van de gemeente
lijke verordening, mits deze binnen de wettelijke kaders blijft;
b. verschuiving van de financiële verantwoordelijkheid t.a.v. de uitvoering van deze taak
van het rijk (via de Lager Onderwijswet bekostiging op declaratiebasis) naar de ge
meenten. Als gevolg van een aanpassing van de verdeelsleutel van de Algemene Uit
kering uit het Gemeentefonds ontvangt onze gemeente danook m.i.v. 1 augustus 1987
een bijdrage, die geheel onafhankelijk is van de werkelijk gemaakte kosten;
c. de toegankelijkheid van de verscheidene onderwijssoorten van de leerlingen dient
te worden gewaarborgd. Het vervoer dient danook op passende wijze plaats te vinden,
alle mogelijke aanspraken/vergoedingen van de vervoerskosten dienen duidelijk in de
gemeentelijke verordening te worden vastgelegd;
e. de op de godsdienst of levensbeschouwing berustende keuze van de ouders voor een
bepaald schooltype dient te worden geëerbiedigd;
f. in de op te stellen gemeentelijke verordening mag geen onderscheid worden gemaakt
tussen openbaar en bijzonder onderwijs;
De op basis van 'voornoemde wet bedoelde verordening hebben wij bijgevoegd. Deze
verordening is gebaseerd op de door ae VNG ontworpen model-verordening die door nage
noeg alle gemeenten wordt gevolgd. Voor een gedetailleerde beschrijving van de inhoud
van deze verordening verwijzen wij u naar de tekst van de regeling toelichting.
Duidelijk is gebleken dat de volledige financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering
n deze verplichte medebewindtaak geheel bij de gemeente is komen te liggen. In
voornoemde wet zijn echter een viertal bepalingen opgenomen die de gemeente moet cq.
kun toepassen ter beheersing van de kosten. Het betreft hier:
De bepaling dat slechts aanspraak op een vergoeding bestaat indien de afstand t.a.v.
de basisschool groter is dan 4 kilometer en t.b.v. het speciaal onderwijs groter is
dan 2 kilometer. Hierbij wordt vastgehouden aan het tot voor kort geldende criterium
op basis van artikel 13 L.O.wet.