4 - van onze gemeente zodanig te verbeteren, dat tegenvallers zonder te zware in spanningen kunnen worden gedekt binnen de reguliere begrotingsruimte. Dit vraagt om een verbetering van de post onvoorziene uitgaven binnen de begroting. Het college is van mening dat de post onvoorziene uitgaven uiteindelijk in 1990 zal dienen te stijgen naar een niveau van ongeveer 12, per inwoner, hetgeen neerkomt op een bedrag van ongeveer 27.000, Deze verhoging van de post on voorziene uitgaven wordt als volgt voorgesteld: 1987 1988 1989 1990 verhoging post onvoorzien: f 10.000, f 12.500,— ±f 15.000» Het college geeft uw raad vervolgens in aanbeveling om de vrijkomende begroting5 ruimte als gevolg van afschrijvingen op geactiveerde uitgaven niet te gebruiken voor het doen van structurele uitgaven, maar deze ruimte zoveel mogelijk te be nutten voor het doen van vervangingsinvesteringen. Hierdoor wordt bereikt, dat het doen van noodzakelijke vervangingsinvesteringen in de toekomst eenvoudiger uit de gewone middelen kan worden gedekt dan thans het geval is. Gevolg is dat de in de Meerjarenraming 1987 1990 voorgenomen stijging van de post onvoorziene uitgaven dan ook dient te worden gecorrigeerd met de vereiste budgetruimte voor het doen van vervangingsinvesteringen. In totaal kunnen de tekorten, rekening houdend met de stijging van de post on voorziene uitgaven, voor de volgende 4 jaren als volgt yorden becijferd. 1987 1988 1989 1990 totaal tekort: 44.726,-^ 66.500,— 81.000,— f 88.500,— 4. Inhoud dekkingsplan 1987-1990 Ter dekking van het hierboven aangeduide tekort heeft de werkgroep een aantal maatregelen uitgewerkt waarbij de volgende uitgangspunten in volgorde hebben gegolden: 1 in eerste instantie is een voorstel gedaan tot daadwerkelijke bezuiniging een aantal met name genoemde begrotingsposten. 2. vervolgens is bezien wat het effect is van een uitstel van de voor' 1987 ge plande vervangingsinvesteringen. 3. het college acht het verder noodzakelijk dat de thans in de begroting 1987 opgenomen ramingen t.b.v. het onderhoud van wegen, onderwij svoorzienmge rioleringen etc. in de toekomst jaarlijks worden geraamd op het niveau 198? en vervolgens in daartoe te creëren onderhoudsfondsen worden gestort. Hietd0 wordt bereikt, dat er in de toekomst geen schommelingen plaatsvinden ten van de gewone dienst. Hoewel deze maatregel geen daadwerkelijke bezuinigd voor 1987 oplevert, wordt er ons inziens bereikt, dat eventuele tegenval in de toekomst worden voorkomen. 4. in vierde instantie is het college de mening toegedaan dat het in principe - 5 - aanbeveling verdient om in toenemende mate het profijtbeginsel meer toe te gaan passen. Gedacht wordt hierbij aan onder meer: - doorberekening adviseurskosten in leges bouwvergunningen; - doorberekening adviseurskosten in leges hinderwetvergunningen; - doorberekening exploitatiekosten van accomodaties etc. aan de directe ge- buikers. Gedacht wordt hierbij aan de gebruikers van accomodaties t.b.v. culturele instellingen, sportverenigingen en de gebruikmaking van diverse diensten van de gemeente. Ons college merkt daarbij op dat hierdoor in beginsel wordt bereikt, dat degene die om een bepaalde dienst van de gemeente vraagt hiervoor een acceptabele contraprestatie levert. Voorwaarde hierbij is dan ook dat wordt onderzocht, wat de kosten van deze voorzieningen bedragen. Aan de hand van deze gegevens dient te worden be zien, welk dekkingspercentage voor dergelijke voorzieningen als acceptabel mag worden geacht. Hierna zal overleg met de verschillende gebruikers moeten plaatsvinden waarin wordt medegedeeld dat een dergelijke profijtheffing in beginsel noodzakelijk is. Aan de hand van de financiële positie van de be treffende instelling zal moeten worden bezien, in welke mate het profijt beginsel kan worden doorgevoerd. Het college is hierbij van mening dat hier door voor 1988 een taakstellende ruimte van 5.000,— per jaar dient te worden verkregen. 5. de invoering vati een rioolretributie met ingang van 1 januari 1988. Deze retri butie is noodzakelijk om directe dekking te krijgen van de in de toekomst steeds maar toenemende onderhoudslasten. Hierdoor wordt bereikt, dat ook hier de directe belanghebbende (zijnde de gebruiker van het gemeentelijk riool) bijdraagt in de kosten van instandhouding van het rioleringsstelsel. Ook hier wordt feitelijk het profijtbeginsel toegepast. Samenvattend komt het college tot de volgende maatregelen: Omschrijving maatregel: 1987 1988 /- 1989 1990 1daling Stichting Recre atie-sub. 4.000,4.000,— 4.000,— 4.000, 2. daling reiskosten B W 1.000,1.000,— 1.000,1.000, 3. daling representatie kosten 1.000,1.000,1.000,— 1.000, 4. daling subsidie muziek onderwijs 900,--r- 900,-900,900, 5. uitstel geplande inves tering 1987 31.070,— - 6. verhoging kapl. invest. 1987/ dislokatieverg. v- - 15.000,-- - 15.000,— 15.000, 1

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1987 | | pagina 68