5 -
De heer van Geel is van mening dat je als gemeente
niet voorbij kunt gaan aan het landelijk beleid. Invoering
van het profijtbeginsel is noodzakelijk. Hij merkt op dat
de vergoeding voor de dislokatie 15.000,minder is.
Voor de niet gedekte kosten dient daarom naar ruimte ge
zocht te worden. Naar zijn mening dient er niet op posten
als reiskosten en representatie bezuinigd te worden. Het
is zaak dat de belangen van de gemeente op juiste wijze be
hartigd blijven.
De heer Slokkers betitelt het betoog van de heer Buijs
als loze kreten. Hij heeft grote waardering voor het werk
van de werkgroep en heeft daar op dit moment geen nadere
vragen over.
Wethouder Hommel antwoordt op de opmerkingen van de
heer Dekkers dat hij thans gelijk heeft. Toen echter des
tijds de besluiten werden genomen kon niet voorzien worden
dat de financiën voor de gemeenten op een zodanige wijze
terug zouden lopen. De besluitvorming heeft dan ook altijd
zeer zorgvuldig plaatsgevonden en niet zelden werden exter
ne adviezen ingewonnen. Daarnaast is ieder collegevoorstel
bij meerderheid van stemmen aangenomen en niet zelden werd
van de rijks- of provinciale overheid een aanmerkelijke
subsidie in het vooruitzicht gesteld.
Wethouder Rommers sluit zich volledig aan bij het be
toog van zijn collega-wethouder Hommel. Hij voegt nog toe
dat er geen sprake is van gesjoemel met een bedrag van
40.000,De begroting 1987 is ook zeker niet afgewezen
op grond van enkele getallen. In de vergadering waarin de
begroting werd vastgesteld is tevens de le wijziging van
die begroting vastgesteld. Het college betreurt het dat
Algemeen Belang geen deel wenste uit te maken van de werk
groep.
Wethouder Hommel gaat vervolgens in op de opmerkingen
van de heer Buijs aan zijn adres. Hij memoreert dat de raad
in een informele vergadering op de hoogte gebracht is van
de financiële problematiek. De voorzitter verzocht de raads
leden tijdens diezelfde vergadering gezamelijk te zoeken
naar oplossingen. Dat de Welzijnscommissie niet bij de
oplossing van de problematiek betrokken is acht hij, gezien
de taak van de commissie, juist. Overigens wil hij opmerken
dat aan de begroting geen goedkeuring is onthouden, maar dat
overleg over de begroting heeft plaatsgevonden. De wethouder
wenst niet in te gaan op de opmerkingen "potverteren" en
"vriendjespolitiek" en betitelt deze kortweg als onzin. Hij
verklaart uitdrukkelijk zeker niet alleen verantwoordelijk
te zijn voor de subsidieverlening. Juist bij het subsidie
beleid wordt een zeer zorgvuldige procesgang nagestreefd.
Eerst adviseert de Welzijnscommissie, vervolgens stelt het
college aan de hand van dit advies een voorstel samen en
legt dit voor aan de raad voor de uiteindelijke besluitvor
ming. Ten aanzien van de opmerkingen over reserveringen
merkt hij op dat de heer Buijs zelf deel uitmaakt van de
raad en altijd vóór de begrotingen gestemd heeft. Ook heeft
hij diverse malen gepleit voor grotere lokaties voor gemeen
schapsvoorzieningen. Nu er financiële problemen zijn zou de
verantwoordelijkheid alleen gelegd worden bij de wethouder
en wordt hij verzocht op te stappen. De wethouder stelt dat
hij dat zeker niet zal doen. Hij voelt zich zeker niet al
leen verantwoordelijk voor het gevoerde beleid en hij be
nadrukt dat de raad in zijn geheel die verantwoordelijkheid
draagt
Wethouder Rommers is van mening dat de opmerking over
- 6 -