2
In de N.V. ENWA ROOSENDAAL zal de gemeente Roosendaal en Nispen samen met de
hiervoor genoemde regio-gemeenten een minderheidsbelang verwerven van 5%, te
genover een meerderheidsbelang van 95% van de N.V. PNEM. In de Raad van
Commissarissen van de nieuwe vennootschap zullen zowel de gemeente Roosendaal
en Nispen als de gezamenlijke regio-gemeenten met ieder één commissaris
vertegenwoordigd zijn.
De activa van het gemeentelijk energie- en waterleidingbedrijf zullen tegen
een bijgestelde boekwaarde worden overgenomen. Daarnaast zal de goodwill ten
aanzien van de levering van electriciteit en water worden afgekocht, terwijl
daarvoor met betrekking tot de levering van gas een afzonderlijke regeling
zal worden getroffen. Voor optredende desintegratieschade worden vergoedingen
betaald. Voor het C.A.I-bedrijf zal een overeenkomst worden afgesloten.
Contractuele verplichtingen jegens andere gemeenten en derden worden door de
N.V. ENWA ROOSENDAAL overgenomen.
De participanten hechten er belang aan te verklaren, dat de uiterste zorg
wordt besteed aan de maatschappelijke aspecten van de voorgenomen reorgani
satie.
Zo zal de huidige werkgelegenheid intact blijven; er zullen géén gedwongen
ontslagen vallen.
Het thans aanwezige personeel gaat in z'n geheel over naar de nieuwe naamloze
vennootschap, waarbij hun standplaats gehandhaafd blijft. Te zijner tijd
zullen voor het personeel de arbeidsvoorwaarden van de N.V. PNEM van toe
passing worden. Aan de overgang van personeelsleden van het GEWB naar de N.V.
ENWA ROOSENDAAL zal een sociaal statuut ten grondslag liggen. Daarin worden
voorwaarden van overgang, verkregen rechten, omschreven vooruitzichten e.d.
vastgelegd.
Ter zake een en ander zal het Georganiseerd Overleg worden gehoord.
Nog deze maand starten de procedures voor de officiële besluitvorming.
Het personeel van het Gemeentelijk Energie- en Waterleidingbedrijf van
Roosendaal en Nispen is heden over de stand van zaken geïnformeerd.
Dit persbericht is tot stand gekomen na ruggespraak met de directie van de
N.V. PNEM.
Roosendaal, 17 maart 1987.
P22/53