- 4 - Het vorenstaande betekent dat de meerkosten het eerste jaar nihil zijn, het 2e jaar 90,10 en het 3e jaar 180,80 bedragen. Mocht men na de discussie in het derde jaar besluiten tot instelling van een definitieve R.V.C. dan zullen de meerkosten 293,80 bedragen. Hoewel de meerkosten getalsmatig gering zijn, willen wij er het gewest aan houden dat tussentijds geen hogere kosten in rekening gebracht zullen worden zonder dat de deelnemende gemeenten zich over de aanvaardbaarheid daarvan hebben uitgesproken. De besluitvorming m.b.t. de afgeronde bezuinigingsoperatie ligt u en ons nog vers in het geheugen. Die besluitvorming zal in de voor ons liggende jaren geeffektueerd moeten worden. Een kritische houding tegenover een verdere uitbreiding van het takenpakket van het gewest is daarom zeker op zijn plaats. Onze gemeente is de laatste die zich over de instelling van een R.V.C. dient uit te spreken. Saillant detail is dat inmiddels bekend is dat het ja of nee van onze gemeente bepalend is voor het behalen van de 3/4 meerderheid. Dat vergt een zorgvuldige besluitvorming en wij willen dan ook niet verhelen dat ook in ons college een uit voerige discussie heeft plaatsgehad over het al dan niet instellen van een R.V.C. Niettemin menen wij u te moeten voorstellen zich positief uit te spreken over het eindvoorstel van het dagelijks bestuur van het StreekgewestTemeer daar over 3 jaar een discussie gevoerd zal worden over de vraag of voortzetting van een R.V.C. ge rechtvaardigd is of dat de activiteiten beëindigd dienen te worden. Wij stellen u voor in te stemmen met het eindvoorstel van het dagelijke bestuur van het Streekgewest Westelijk Noord--Brabant en genoemd bestuur mededeling te doen van de overwegingen, welke tot deze besluitvorming hebben geleid. Nieuw Vossemeer, 9 juni 1987. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer de secretaris. de burgemeester, P.P. Moors. A.A. Rijstenbil.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1987 | | pagina 147