- 4 -
f. andere bescheiden, welke burgemeester en wethouders voor het vaststellen
van de subsidiebedragen noodzakelijk achten.
Artikel 11
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het inzenden van éën
of meer bescheiden, bedoeld in artikel 10.
Artikel 12.
De verenigingen zijn verplicht alle gevraagde bescheiden tot staving van inkom
sten en uitgaven en alle inlichtingen en gegevens te verstrekken, welke burge
meester en wethouders danwel de commissie van advies en bijstand voor welzijns
zaken nodig achten, alsmede een door of vanwege de gemeente te houden controle
van kas en boeken toe te staan en daarbij eveneens alle gewenste inlichtingen te
geven en nodige bescheiden te verstrekken.
Artikel 13.
1. Een vereniging met minder dan 10 jeugdleden komt niet voor subsidie in aan
merking
2. Voor de berekening van het aantal jeugdleden worden als jeugdleden beschouwd
de leden, die op 1 januari van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd
nog geen 18 jaar'zijn.
3. Indien de leiding van een vereniging niet of niet-behoorlijk aan redelijk te
stellen eisen voldoet, kunnen burgemeester en wethouders, de commissie van
advies en bijstand voor welzijnszaken gehoord, het subsidie niet of tot een
lager bedrag toekennen.
4. Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie van advies en bijstand voor
welzijnszaken gehoord, het subsidie niet of tot een lager bedrag toekennen
indien een vereniging niet voldoet aan redelijk te stellen eisen t.a.v.
voering van de administratie, danwel dat subisidie zou worden verstrekt, in
strijd, met de strekking van deze verordening.
Burgemeester en wethouders gaan hiertoe niet over dan nadat de vereniging is
gehoord
HOOFDSTUK 4. GRONDSLAGEN EN BEREKENING VAN HET SUBSIDIE.
Artikel 14. -
Aan een sportvereniging wordt per kalenderjaar subsidie verleend op basis van
de volgende grondslagen:
a. een basisbedrag van 500,per vereniging per subsidiejaar;
b. een bijdrage van 8,per lid volgens de overeenkomstig in artikel 13 lid 2
in te dienen opgave;
- 5 -