eo.^e.a^r eOf*Y£.8At E»mqic fT9 j ndb i. Het leek erop of hij alleen een voorstel in de andere richting gelanceerd had. In de tweede plaats werd er gezegd dat het college alles van tafel gesmeten had, maar er waren 41 aanvragen. Daarvan bleven er 25 exact hetzelfde, bij 5 aanvragen bleek het verschil onder 10,en over twee aanvragen werd geen advies uitgebracht. De opmerking dat overal vanaf geweken was is dus niet helemaal juist. Mevrouw Bosters weet volgens de wethouder ook dat de weg, die bewandeld is, niet zo bewandeld diende te worden. Om geen natte vingerwerk te verrichten, dat standpunt hand haaft hij ook achter de collegetafel, heeft hij zijn mening gezegd over datgene wat al in een eerder stadium in de commissie gezegd was. Als dan de gemaakte afspraken niet nagekomen wor den dan vindt hij niet dat er verwijten gemaakt moeten wor den, waar op dat moment geen tegengas tegen gegeven kan worden. Tijdens die vergadering had hij daar ook geen be hoefte aan, vandaar de opmerkingen vanaf deze plaats. Er wordt ook gesuggereerd dat diverse mensen pro deo het werk in de commissie gedaan hebben. Dat is wel zo, maar niet in de mate zoals dat gesuggereerd werd. In 1985 is er geen vergade ring onbezoldigd gebleven en in 1984 een op 19 januari. Dat viel dus nogal mee. Door dire mensen is getracht om een verordening te maken, waarvan hij er zelf een was als commissie lid. Hij heeft er op die manier toch ook een beetje zijn steentje aan bijgedragen en naderhand wordt hij daarin veroor deeld. Dat vond hij jammer. Mevrouw Bosters wil hier graag op reageren. Ze heeft zich epzfflèt opzet van weerhouden iets over het collegevoorstel m.b.t. de subsidies te zeggen. Ze is van mening dat de verordeningen met een beetje planning wel eerst naar de ge meenteraad hadden gekund. Overigens heeft ze niet alleen wethouder Rommers gehekeld, maar zeker ook de voorzitter van de Welzijnskommissie wethouder Hommel. Ze vind dat deze het voorstel van de commissie in het college had moeten verdedigen. Ze is er met het college van uitgegaan dat er verordeningen vastgesteld zouden worden waarin het accent lag op de sub sidiëring van de jeugd. De volwassenen dienden dan hun sport of verenigingsaktiviteiten zelf te betalen. Ze blijft van mening dat de wijziging van de verordeningen niet zonder pijn kan worden vastgesteld. Of dat nu dit jaar, volgend jaar of over tien jaar gebeurd. Ze vindt dat ze als welzijns- commissielid het recht heeft gehad daar haar verontwaardiging over uit te spreken. Juist de heer Rommers heeft de sleutel voor de sportverordening aangedragen. In deze opzet was de eerlijke verdeelsleutel gevonden» De commissie heeft in op dracht van zowel de raad als het college gewerkt en is daar na in het zonnetje gezet. Dat heeft men duidelijk naar de bevolking toe proberen te verwoorden en daarom heeft ze in haar beschouwingen ook gevraagd om een duidelijke taak omschrijving voor de commissie.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1986 | | pagina 6