die al heel lang op rozen zit, daar zal inderdaad wat
moeten gebeuren. Er moet van gemeentewege ook wat gebeuren
en daarnaar moet onderzoek verricht worden. Het college
moet die bereidheid uitspreken en dat wil niet zeggen dat
er op korte termijn een oplossing is.
Wethouder Rommers is van mening dat die bereidheid er
wel is, maar men moet wel een oplossing zien.
Wethouder Hommel verklaart dat mevrouw Bosters nu na
lang aandringen gezegd heeft dat de vereniging, die op
rozen zit iets meer zal moeten doen. Zo vertaalt hij haar
opmerking.
Mevrouw Bosters zegt daarop dat ze gezegd heeft dat
alle mensen een bepaalde eigenwaarde hebben. Ook vereniging
en. Als men dan het financiële plaatje ziet van wat men
meer heeft tegen minder kosten, dan zal er voor die vereni
ging, die op rozen zit wat tegenover moeten komen staan.
Als dat is vast komen te staan is dat duidelijk, echter
niet zonder een onderzoek.
Na enig overleg neemt het college het voorstel terug.
De voorzitter deelt mede dat alles wat door de oppositie
gezegd is in de overwegingen meegenomen zal worden. Hij is
echter van mening dat het niet eenvoudig zal zijn een en
ander in een nieuw voorstel te verwerken.
Voorstel tot opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling
M.W.B.. Codenummer -2.07.355.52, bijlagen 5 en 6.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten. Bijlagen 5 en 6.
Rondvraag.
Mevrouw Bosters vraagt of het college inmiddels iets
ondernomen heeft m.b.t. de subsidie-aanvraag van de carna
valsvereniging voor de bouw van een nieuwe prinsenwagen.
De voorzitter antwoordt dat uit een van de reserves
500,toegekend is.
De heer Buijs wenst zijn collega-raadsleden een zeer
prettige en sportieve verkiezingsstrijd toe.
De heer de Koning heeft van het kadaster vernomen dat
er stukken grond verkocht zijn voor de bouw van woningen,
waarbij na inmeting van het perceel gebleken is dat men 80
tot 100 m^ moet teruggeven of bijkopen a 40,per m^
De kosten van kopen kunnen dan oplopen tot rond de 4000,—
Hij vestigt er de aandacht op om deze zaken in de toekomst
beter te regelen, zodat het niet zulke nadelige gevolgen
heeft voor de betrokkenen. Daarnaast is door het kadaster
medegedeeld dat er in het A.M. de Jongpark bouwwerken minde:
dan 1 meter uit de slootkant staan. Daarmee staan die ge
bouwen dan op grond van de provincie.
De heer de Koning stelt als tweede vraag of na de
vorstperiode de wegen nagekeken kunnen worden op putten enz.
Met name wijst hij op de Schoolstraat,de Nieuw-Vossemeerse-
dijk en de bekende vetvangput en het troittoir bij de slage:
in de Voorstraat.
De heer de Koning wijst erop dat de voorzitter in het
Brabants Nieuwsblad heeft gesproken over een stom besluit
van de raad. Hij vraagt of dat in werkelijkheid zo gezegd
is. Dit ging over de benoeming van een nieuwe secretaris.
Hij is van mening dat hierover nog geen besluit genomen is
en hij vraagt of dit werkelijk zo door de voorzitter gezegd
is.
De voorzitter gaat eerst in op de tweede vraag en zegt
dat het herstel van de straten de hoge aandacht van het
college heeft. Zodra de vorstperiode ten einde is zal er