Voorstel tot het benoemen van een Ambtenaar voor de
Burgerlijke Stand. Codenummer -2.07.533, bijlage 8.
De voorzitter deelt mede dat over dit voorstel schrif
telijk gestemd dient te worden. Hij benoemt de heren Slok
kers en van Geel in de commissie van stemopneming.
Uitgebracht worden 7 stemmen, waarvan 7 stemmen op
MejA. Verwijs, waardoor MejA. Verwijs benoemd is tot
Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Bijlage 8.
Voorstel tot beëdiging van de secretaris. Codenummer
-2.07.533, bijlage 9
De voorzitter verzoekt de aanwezigen op te staan en
nodigt de heer Moors uit naar voren te komen. De voorzitter
leest hierna de zuiveringseed voor, welke luidt als volgt:
"Ik zweer dat ik om tot secretaris benoemd te worden, direc-
telijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam
of voorwendsel ook, enige giften of gaven beloofd of gegever
heb
Ik zweer, dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te
doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of
geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig!"
De heer Moors antwoordt hierop: Zo waarlijk helpe mij God
almachtig.
Vervolgens legt de heer Moors in handen van de voor
zitter de ambtseed af, welke luidt als volgt:
"Ik zweer, dat ik alle de plichten, die de wet, regelende
de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der gemeente
besturen en de door den raad van 24 september 1980 vastge
stelde instructie aan het ambt van secretaris hebben ver
bonden, eerlijk en vlijtig zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig!
De heer Moors antwoordt daarop: Zo waarlijk helpe mij
God almachtig.
De voorzitter richt zich daarop tot de heer Moors als
volgt
"Geachte heer Moors,
Het is mij een groot genoegen u namens de raad alsmede
namens de medewerksters en medewerkers van onze gemeente
te mogen gelukwensen met uw benoeming en beëdiging. Door
de benoeming is op u een zware verantwoordelijkheid gelegd
en door de aanvaarding van deze benoeming hebt u een niet
minder zware verantwoordelijkheid op u genomen.
In deze tijd, waarin alles in beweging is, wordt ook veel
over het ambt van de gemeentesecretaris gefilosofeerd.
Werden in het verleden zelden beschouwingen aan de gemeente-!
secretaris gewijd, al een groot aantal jaren is het ambt
sterk in de belangstelling komen te staan.
Ondanks het feit dat de gemeentewet weinig besteedt aan de
positie en de taak van de gemeentesecretaris, duidelijk is
echter dat hij een verantwoordelijke maar ook een uitermate
boeiend ambt bekleedt.
Hij is als eerste ambtenaar van de gemeente belast om, met
de hem ter beschikking staande secretarie, algemene bestuurs
hulp aan de bestuursorganen te verlenen. Hij heeft een cen
trale positie en de werkzaamheid van de gemeentesecretaris
straalt naar alle zijden uit. De secretaris is immers be
last met de algemene leiding van de administratie maar daar
naast is hij ook de schakel tussen het ambtelijk apparaat
en de bestuursorganen. Hij is de adviseur in juridische,
administratieve en bestuurskundige aangelegenheden van het
college van burgemeester en wethouders. Maar zijn taak gaat
nog verder, hij is vooral de man die van alle zaken die bij
I