bijlage 2 AGENDAPUNT RAADSVERGADERING COOENR. 5 28 Mei 1985 -1.842.536 VOORSTEL TOT AANSLUITING BIJ DE VOLKSKREDIETBANK-ROOSENQAAL Aan de gemeenteraad. Aan iedere Nederlander, die hier te lande in zodanige om standigheden verkeert of dreigt te gerakendat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het be staan te voorzienwordt bijstand verleend door burgemeester en wethouders (aldus het bepaalde in artikel 1 .lid 1 van de Alge mene Bijstandswet In artikel 4 van deze wet wordt gesproken over bijstand in de behoefte aan bedrijfskapitaal en aan duurzame gebruiksgoede ren. Deze bijstand kan worden verleend in de vorm van geldlening of borgtocht (de zgn. leenbijstandBij de toelichting op dit artikel wordt gesteld dat het niet de bedoeling is de normale kredietvoorzieningen te doorkruisen. Slechts indien banken (incl. volkscredietbankengeen hulp kunnen bieden, moet in voorkomende gevallen de zgn. leenbijstand uitkomst brengen. Uit het vorenstaande moge blijken dat de wetgever voor geld- kredieten, die als regel worden gebruikt voor consumptieve doel einden, primair denkt aan het bankwezen. In de wetgeving is dat duidelijk zichtbaar geworden bij de totstandkoming van de Wet op het consumptief geldkrediet (1976), die in de plaats trad van de Geldschieterswet van 1932. Op genoemde wet stoelen de in den lande bestaande volkscredietbanken die aan een gezonde ontwik keling van het volkscrediet pogen (en kunnen) bijdragen. Bet oneigenlijke gebruik van de Algemene Bijstandswet (de zgn. leen bi jstand) kan zodoende worden teruggedrongen Personen die duurzame gebruiksgoederen moeten aanschaffen en deswege behoefte hebben aan een consumptief geldkrediet, behoren dan terecht te kunnen bij een gemeentelijke volkscrediet- bank.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1985 | | pagina 87