over hun verzoek een garage te mogen plaatsen
op gemeentegrond. Dat verzoek heeft men vier
maanden geleden gedaan en tot op heden heeft
men niets gehoord.
De secretaris antwoordt dat deze verzoeken
aan de stedebouwkundige zijn voorgelegd en dat
het antwoord inmiddels binnen is. Op korte ter
mijn gaat er een briefje naar de betrokkenen.
De heer Buijs vraagt wat de mening van het
college is ten aanzien van de herindeling van
de kleine gemeenten.
De voorzitter antwoordt dat er momenteel bij
de gemeenten niet meer bekend is dan in de krant
heeft gestaan. Momenteel is er een notitie
binnen Gedeputeerde Staten, die in februari
aangeboden wordt aan Provinciale Staten. In juni
word er een standpunt uitgebracht aan Binnen
landse Zaken. Het is een beetje voorbarig nu al
iets te doen. Er is inmiddels een bijeenkomst
geweest in de Bestuursacademie te Tilburg van de
Brabantse burgemeesters uit gemeenten kleiner
dan 5.000 inwoners. Daaruit voortvloeiend zal
er een enquête gehouden worden bij alle gemeen
ten in de provincie. Momenteel speelt de her
indeling alleen op provinciaal niveau. Er
zullen activiteiten ontplooit worden als er
daadwerkelijke signalen komen.
De heer Buijs merkt op dat in de vorige
vergadering een bestemmingsplan is vastgesteld
voor een woonwagenkamp. Daarbij is medegedeeld
dat er de laatst 30 jaar geen verzoeken voor
standplaatsen zijn binnengekomen. Gezien de
krantenberichten is de situatie toch wel anders
dan toen geschetst werd.
De voorzitter antwoordt dat er inmiddels
brieven van het Woonwagenschap en van het Regio
naal Centrum gekomen zijn. Op korte termijn
zal er een gesprek plaatsvinden met die instan
ties. Realiteit is dat een kamp niet op korte
termijn te realiseren is. Eerst zal het bestem
mingsplan door G.S. moeten worden goedgekeurd en
daarna wordt begonnen met de verwerving van de
grond.
De heer Buijs vraagt zich nog af waarom er
niet meer lokaties waren.
De voorzitter antwoordt dat die vraagstel
ling reeds uitvoerig tijdens de vorige raads
vergadering behandeld is en dat een discussie
daarover nu niet aan de orde is.
De heer Buijs verklaart dat de busverbin
dingen tijdens de afgelopen slecht weerperiode
niet geheel naar wens verliepen. Hij heeft toen
de voorzitter benaderd en deze heeft meteen de
B.B.A. gebeld. Dat heeft erin geresulteerd dat
er op maandagmorgen extra bussen van een ander
bedrijf zijn ingezet.
De voorzitter doet verslag van zijn bevin
dingen en merkt op dat de kinderen er blijkbaar
dermate veel schik in hadden, dat ze wegkropen
als er wel plaats in de bus was.
De heer Rommers verzoekt in het vervolg
verzoekers een briefje te sturen, wanneer de
behandeling van een verzoek lang kan gaan duren.
De voorzitter doet de toezegging dat dit
zal gebeuren.