GEMEENTERAAD NIEUW-VOSSEMEER
(derde vergadering)
Openbare vergadering van de raad der gemeente Nieuw-
Vossemeer op woensdag 10 april 1985 des avonds te acht uur
in het gemeentehuis.
Tegenwoordig: de heren A.C.M. Rommers, P.J. de Koning,
H.E.P.M. Buijs, mevrouw G.J.M. Bosters, de heren C.J.M. van
Geel, M.J.J. Perdaems, A.E. Hommel.
Voorzitter: A.A. Rijstenbil, burgemeester
Secretaris: A.A. van Overveld.
1Opening
De voorzitter opent de vergadering met het gebruike
lijke gebed en heet mevrouw en de heren raadsleden, de pers
en de aanwezigen op de publieke tribune welkom.
2. Trekking stemmingsnummer.
De voorzitter trekt nummer 1zodat eventuele hoofde
lijke stemmingen en de rondvraag zullen beginnen bij het
lid dat zijn naam geplaatst heeft achter nummer 1 van de
presentielijst; te weten de heer A.C.M. Rommers.
3. Herindeling gemeenten in Noord-Brabant. Codenummer -2.07.155,
bijlagen 1,2 en 3.
Mevrouw Bosters verklaart dat Leefbaar Vosmeer het nut
van het manifest niet onderschat en dat er inderdaad een
goed onderzoek ten grondslag met liggen aan het op een hoop
vegen van de gemeenten. Dat onderzoek moet aangeven welke
gemeenten bestaansrecht zouden hebben. Ze hoopt dat er weer
niet zo'n commissie komt als bij de brede maatschappelijke
discussie. Zo van je kunt je zegje doen, maar wij doen toch
wat we willen, want dat kost veel geld en je bent net zover
als nu op 10 april. Ze stelt dat niet voor alle gemeenten
geldt om ten koste van alles op zichzelf te blijven. Zij die
financiële en bestuurlijke moeilijkheden hebben, moeten
zich erover beraden met welke gemeente ze samengevoegd zou
den kunnen worden. Daar zal energie voor nodig zijn en er
zal werk voor gedaan moeten worden. In plaats van protest
vindt Leefbaar Vosmeer dat juist onze gemeente het werk van
hoe nu verder moet doen. Ze verklaart dat je met de steeds
groter wordende problematiek niet de kleine schaal van des
kundigen mag belasten. Daarnaast kun je met de helaas toe
nemende burocratie en een steeds gecompliceerder wordende
maatschappij geen duizendpoten verlangen. Vroeger zijn,
volgens haar, situaties gegroeid dat een paar mensen op alle
gebied deskundigen moesten zijn. Vele kleine gemeenten leven
in de situatie dat dergelijke duizendpoten niet meer te
vinden zijn. Kleine gemeenten hebben ook meer beperkingen,
omdat ze financieel afhankelijk zijn van andere gemeenten.
Voor een goed beleid kun je niet alle functies op een paar
schouders laden, want dat komt onze gemeenschap op den duur
niet meer ten goede. Mevrouw Bosters betoogt verder dat
grotere gemeenten kunnen terugvallen op een breder bestuur
lijk apparaat. Grotere gemeenten hebben overal commissies
of werkgroepen voor, waardoor ze financieel beter kunnen
draaien. Ze kunnen de juiste mensen op de juiste plaats
zetten en daardoor alle mogelijkheden benutten en die faci
liteiten aanboren, die ook voor een klein dorp zeer wense
lijk zouden zijn. Ze kijkt daarbij ook naar de kerkdorpen
De Heen, Kruisland en Lepelstraat en krijgt daarbij het
prettige gevoel dat deze onder de vlag van een grotere ge-