- 7 - 2. Op het bedrag van de uitkering, als bedoeld in het vorige lid, wordt in mindering gebracht het bedrag van de uitke ring waarop de nagelaten betrekkingen van de gewezen ambtenaar ter zake van diens overlijden aanspraak kunnen maken krachtens artikel Q 6 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, dan wel krachtens enig wettelijk voorgeschre ven verzekering tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid. Artikel E 13 f 1. De laatstelijk genoten bezoldiging of de uitkering, als bedoeld in de artikelen E 13 t/m E 13 d, wordt in voor komende gevallen slechts gewijzigd overeenkomstig een algemene herziening die voor de gewezen ambtenaar zou hebben gegolden, ware hij in dienst gebleven. 2. Op de laatstelijk genoten bezoldiging of de uitkering, als bedoeld in de artikelen E 13 t/m E 13 d, van de gewezen ambtenaar wordt in mindering gebracht: a. een hem uit hoofde van zijn ontslag uit de laatstelijk door hem vervulde betrekking toegekend pensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet, waar onder begrepen een aanvulling ingevolge artikel F 9, lid 3, dier wet: b. een uitkering krachtens artikel E 12, lid 1 en lid 2? c. een uitkering krachtens titel III van de Wet op de nood wachten; d. inkomsten welke hij inmiddels mocht zijn gaan genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf e. een uitkering krachtens de Algemene arbeidsongeschikt heidswet Artikel E 13 g In de gevallen, bedoeld in de artikelen E 13 t/m E 13 e vinden de artikelen E5, E6, E E 8 en E 11waar moge lijk, overeenkomstige toepassing.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1985 | | pagina 51