2 -
G.In attikel E 5, lid 3»wordt de verwijzing naar MP 8"
vervangen door:"P 9"
H. Artikel E 6, lid 1, wordt:
1. Geen aanspraak op doorbetaling van bezoldiging bestaat:
a. indien blijkens het geneeskundig onderzoek, bedoeld in
artikel E 5, er sprake is van de in artikel E 5, lid 1,
onder b, bedoelde omstandigheid, tenzij de. ambtenaar
daarvan op grond van zijn geestelijke toestand geen
verwijt kan worden gemaakt;
b. indien de verhindering wegens ziekte zich voordoet
binnen een halfjaar na de in artikel B 3, lid 1,
bedoelde geneeskundige keuring en als dan blijkt dat de
ambtenaar hierbij onjuiste informatie omtrent zijn
gezondheidstoestand heeft verstrekt of gegevens heeft
verzwegen, ten gevolge waarvan de verklaring dat tegen
de vervulling van zijn betrekking uit medisch oogpunt-
geen bezwaren bestaan, ten onrechte is afgegeven,
tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt dat hij te goeder
trouw heeft gehandeld.
I. In artikel E 6, lid 2, onder c, wordt de verwijzing naar
"P 10, lid 1," vervangen door: P 8, lid 1,.
J. In artikel E 12, lid 1, worden de woorden "in belangrijke
mate" vervangen door: in overwegende mate.
K. Artikel E 13 wordt:
Artikel E 13
1. De gewezen ambtenaar, die wegens ziekte, ontstaan voor
de datum van ingang van zijn ontslag, nadien nog onge
schikt is een naar aard en omvang soortgelijke betrekking
te vervullen, behoudt gedurende de periode van zijn
ongeschiktheid zijn laatstelijk op grond van artikel E 2
genoten bezoldiging tot uiterlijk één jaar na de aanvang
van zijn ongeschiktheid.
2. Indien de gewezen ambtenaar, bedoeld in lid 1, met ingang
van de datum van zijn ontslag, recht heeft op invalidi
teitspensioen volgens de bepalingen van de Algemene
burgerlijke pensioenwet, behoudt hij gedurende de periode
van zijn ongeschiktheid, doch tot uiterlijk twee jaar na
de aanvang daarvan, zijn laatstelijk op grond van artikel
E 2 genoten bezoldiging en wel voor 100% gedurende de
eerste achttien maanden van die ongeschiktheid en vervol
gens voor 80%.