m
De heer Buijs heeft de briefwisseling tussen Gedepu
teerde Staten en het college gelezen en daaruit blijkt dat
een lid van het personeel teveel salaris ontvangen heeft.
Het college heeft verzocht betrokkene het geld uit sociaal
oogpunt niet terug te laten betalen. Hij vraagt zich af of
de andere personeelsleden ook eenzelfde bedrag krijgen.
De voorzitter antwoordt dat Gedeputeerde Staten ermee
akkoord gaan dat per 1 januari 1985 alles geheel in het
reine wordt gebracht. Gezien de gehele rompslomp van bereke
ningen en dergelijke is men tot dit verzoek gekomen. Bespre
kingen met ambtenaren van de provinciale griffie geven het
vertrouwen dat een en ander zo geregeld gaat worden.
De heer Buijs verklaart dat hij niet akkoord gaat met
dit voorstel.
De heer van Geel is van mening dat iedere werkgever
een sociaal gezicht heeft en hij kan zich op grond daarvan
verenigen met dit voorstel.
Mevrouw Bosters verklaart dat dergelijke zaken in het
vervolg tevoren beter geregeld moeten worden, waardoor der
gelijke situaties niet kunnen ontstaan. Ze is er voor de
zaak op de voorgestelde wijze af te doen.
De heer de Koning schaart zich volledig achter het be
toog van de heer Buijs. Iemand, die teveel ontvangen heeft,
moet terugbetalen. De bewoners moeten het geld zelf op
brengen en niet de provincie.
De heer Buijs verklaart nog dat het Sociaal Fonds
Bouwnijverheid soms ten onrechte genoten voorschotten na
vier jaar nog terugvordert.
Wethouder Hommel wijst erop dat dit punt geen hoofd
zaak is, maar slechts een facet van het voorstel. Hoofdzaak
is de wijziging van de salarisverordening.
De voorzitter stelt met betrekking tot de terugbetaling
voor de reactie van Gedeputeerde Staten af te wachten.
De heer Buijs heeft geen bezwaar tegen wijziging van
de salarisverordening, maar wel tegen het voorstel over de
terugbetaling.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders beslo
ten. Bijlagen 9 en 10.
Voorstel tot wijziging van de rechtspositieregelingen.
Codenummer -2.08.17, bijlagen 11,12,13 en 14.
De heer de Koning informeert of de voorstellen op
wettelijke regelingen gebaseerd zijn.
De voorzitter antwoordt dat deze te zien zijn als een
C.A.O. voor de overheid.
De heer de Koning raadt aan dan in de toekomst goed op
de gezondheid van de ambtenaren te letten, omdat de gemeente
anders wel eens bankroet kan gaan.
De secretaris merkt op dat de heer de Koning bij zijn
werkgever onder dezelfde regeling valt, waarover hier sprake
is
De heer Buijs verklaart dat de brieven dateren van
september 1984. Hij vraagt waarom dit voorstel dan nu pas
gedaan wordt.
De voorzitter antwoordt dat er niet eerder tijd voor
was in verband met de samenstelling van de begroting.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Bij
lagen 11,12,13 en 14.
Voorstel tot uitbetaling van vakantietoelage.â– Godenummer
-2.1)8.17, bijTagen lb'en lb~