reikt kan worden.
De heer Buijs vraagt op grond waarvan de gemeente
Nieuw-Vossemeer zeggenschap heeft over de bestemming van
gronden, die eigendom zijn van een ander.
De voorzitter antwoordt dat de gemeente op grond van
de Wet Ruimtelijke Ordening regels kan geven m.b.t. de be
stemming van in de gemeente gelegen gronden.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders beslo
ten. Bijlage 2.
Voorstel tot het vaststellen van:
a. Wijziging van het bestemmingsplan en voorschriften "Kom
Nieuw-Vossemeer" en aanvulling van de voorschriften;
b. het bestemmingsplan "Assumbufg~~III" (camping) codenummer
-1 .777.81 1 .22, bijlagen 3,4 en 5.
De heer de Koning vindt de beplanting in het bestem
mingsplan Assumburg III zeer minimaal. Op deze wijze is de
aanplant over 10 jaar nog niet dicht gegroeid.
De voorzitter antwoordt dat dit voorstel handelt over
een wijziging op het gebied van de ruimtelijke ordening en
niet over de beplanting op zich.
De heer de Koning is toch van mening dat de beplanting
beter had kunnen zijn en wijst op een eventuele aansprake
lijkheid van de planter.
De voorzitter wenst geen oordeel te geven over de be
planting.
De heer van Geel spreekt over een goede wijziging van
het komplan. De wijziging schept namelijk meer mogelijk-^
heden voor de bewoners. Hij pleit voor een soepele regeling
vooraf en is van mening dat bepaalde zaken niet achteraf
in een bestemmingsplan geregeld moeten worden.
De voorzitter antwoordt dat deze wijziging juist een
spoepele benadering beoogt.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Bij
lagen 3,4 en 5.
Bespreking'Wöonwagenlokatie. Codenummer -1 777811 22,bij -
lage 6
De heer Buijs maakt gewag van wederom verschenen
krantenartikelen. Hij heeft in die artikelen meer uitleg
over deze kwestie gevonden dan in het raadsvoorstel. Ook
Mr. de Jong, die namens enkele gegadigden voor een stand
plaats optreedt, is duidelijker. Hij mist bedragen over de
kosten van een voorlopige voorziening. De aanleg van een
centrum is al 10 jaar in behandeling. Hij vraagt wat het
argument van het college is om geen artikel 19-proced.ure
te beginnen, omdat dit niet het gewenste resultaat oplevert.
De voorzitter antwoordt dat hij het wenselijk vindt
zich aan het college-voorstel te houden. De raad heeft en
houdt het recht een andere beslissing te nemen. Het beginnen
van een artikel 19-procedure is niet mogelijk, zolang de
grond geen eigendom, is. Het treffen van een voorlopige
voorziening is alleen mogelijk als er al een lokatie is en
dat is hier niet het geval. Het college is van mening dat
de verdere procedure normaal gevolgd moet worden.
De secretaris licht toe dat hem. uit informatie gebleken
is dat een artikel. 19-procedure niet mogelijk is, zolang de
grond nog niet in eigendom is. De eigenaar van de grond is
een van de bezwaarden, dus de mogelijkheid dat het op een
onteigening zal uitdraaien is aanwezig. Daarnaast klopt het
door Mr. de Jong opgenomen bedrag niet en moet 5.000,