AGENDAPUNT
5
RAADSVERGADERING
14 november 19B3
BIJLAGE 3
CODENR.
-1.754.213.1
VOORSTEL TOT UITTREDING UIT DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WOONWAGENSCHAP
WESTELIJK NOORD-BRABANT
Aan de gemeenteraad.
Het is u bekend, dat destijds onze gemeente, in het kader van de regio
nalisering van het woonwagenwerk, is toegetreden tot het woonwagenschap
Westelijk Noord-Brabant. Het rijksbeleid ten aanzien van het woonwagenwerk
dat middels de opzet van regionale kampen gestalte werd gegeven,is inmiddels
zodanig gewijzigd, dat weer gestreed wordt naar een aantal kleinere kampen
verdeeld over de provincie. Daartoe heeft de provincie de opdracht gekregen
om een provinciaal plan te maken, waarmee in 1982 door u raad is ingestemd.
Dit betekende, dat in onze gemeente een klein woonwagenkamp moet worden
aangelegd waar 2 tot 5 wagens standplaats kunnen innemen. In het bestemmings
plan Buitengebied is een plaats voor dit kamp gezocht n.l. aan de Tolsedijk.
De stedebouwkundige heeft een ontwerp.plan gemaakt, welk ontwerp aan de
commissie voor de gemeentelijke plannen van de Provinciale Planologische
Dienst voor vooroverleg is toegezonden. Hierop komen wij later terug met de
nodige voorstellen.
Waar het thans om gaat is de vraag of onze gemeente nog langer deal uit
moet maken van het woonwagenschap. Konden voorheen aanvragen van woonwagenbe
woners worden doorverwezen naar het Woonwagenschap, thans kan dat niet meer en
zal iedere gemeente voor zich moeten zorgen dat er mogelijkheden komen. Ook
de betalingen en verdere zorg komen voortaan voor rekening van de eigen gemeente.
Voor het bestuur van het woonwagenschap is een en ander aanleiding geworden
om zich over het voortbestaan van het schap te beraden. Het algemeen bestuur
stelt voor om de gemeenschappelijke regeling op te heffen per 31 december 1935.
Ons college is van mening, dat deze datum de uiterste datum moet zijn tot op
heffing van het woonwagenschap. Zelfs wenst ons college u voor te stellen per
genoemde datum onherroepelijk uit te treden, wanneer onverhoopd mocht blijken
dat de opheffing naar een later tijdstip zou worden verschoven.
De financiële verplichtingen ten aanzien van het Woonwagenschap zijn de laatste
jaren dermate toegenomen, dat deze voor onze gemeente onbetaalbaar worden.
Bij de start van het Woonwagenschap hebben wij ons solidair willen opstellen m
de regionale opzet hiervan, ondanks het feit dat onze gemeente geen enkel woon
wagenprobleem heeft gekend. Sinds 1955 is onze gemeente door geen enkele woon
wagenbewoner aangedaan