- 8 -
12Voorstel tot het wijzigen van de rechtspositieregelingen.
Codenummer -2.08.17, bijlage 9, 10 en 11
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten. Bijlage 9, 10 en 11.
13. Rondvraag.
De heer Buijs spreekt als volgt:
"Mijnheer de voorzitter, we hebben bij punt 6 niet van
gedachten kunnen wisselen over de tennisbanen. Bij de
mededelingen heeft u iets gezegd over de gang van zaken
tijdens de rechtzitting van vandaag. Ik moet hier nog een
kritische noot laten horen. Het getuigt van een staaltje
van onfatsoen jegens de inwoners van Nieuw-Vossemeer om
5.000,uit te trekken om te procederen tegen de
N.V.T.V.omdat er geen onderhoud gepleegd wordt in de
vorm van gaten dichten op de tennisbanen. En dan worden
voor, tijdens en na het kortgeding de gaten toch gedicht
om tijdens het kort geding te kunnen zeggen:"Wij zijn wel
degelijk genegen om reparatie aan de banen te verrichten."
Zoals de eiseres, N.V.T.V., ook beaamt de reparaties zijn
in volle gang. Uit de algemene beschouwingen van de Werk
nemerspartij citeer ik "De kwaliteit van de banen is ge
woon slecht. Wij vinden dat het college bij de uitvoering
van het wensenpakket er zeer zeker rekening mee moet hou
den dat de tennisbaan een hoge plaats moet innemen op de
lijst van prioriteiten."
Mijnheer de voorzitter, er is veel over gezegd. Ik wil
besluiten met het verwijt aan de Werknemerspartij van
onbehoorlijk bestuur.
De voorzitter acht het beter, hangende de aanstaande
rechtzitting hier niet op in te gaan.
De heer de Koning informeert nog naar de noodzaak
van een verbouwing in een pand aan de Burg. Janssensstraat.
Het betreffende pand is eigendom van de gemeente.
De voorzitter antwoordt dat de verbouwing plaats
vindt op kosten van de nieuwe bewoonster.
De heer de Koning vraagt of het mogelijk is dat
personen geschrapt worden van de lijst van woningzoekenden.
De voorzitter antwoordt dat bij het toewijzingsbe
leid de woninglijst op volgorde van inschrijving wordt
afgewerkt. Met betrekking tot de in deze vraag bedoelde
woningzoekende heeft afvoering van de lijst van woning
zoekenden plaatsgevonden na oplossing van het probleem
dat destijds tot aanvragen van een woning leidde. Dat
hiervan geen mededeling aan de betrokkene is gedaan be
rust op een misverstand. Dat is niet correct geweest en er
zijn maatregelen genomen dat dit in de toekomst niet meer
zal gebeuren.
De heer de Koning vraagt dan deze fout te herstellen
door hem alsnog een woning toe te wijzen. Hij is van
mening dat de betrokkene nog wel voor een woning in aan
merking wil komen.
De voorzitter antwoordt dat niet iedere aanleiding
tot een woningtoewijzing kan leiden. Na een briefje van
de betrokkene is hij weer op de lijst geplaatst. Er is
echter geen sprake van dat de huidige woning verlaten moet
worden of dat er een andere noodzaak aanwezig is om tot
toewijzing te komen.
De heer de Koning vraagt nog of de lijst van woning
zoekenden aan de raadsleden ter inzage gegeven kan worden.
De voorzitter anwoordt dat dit niet mogelijk is.