- 3 -
dentie met het schoolbestuur is door het college gewag
gemaakt van de mogelijkheid in 1984 of 1985 opnieuw te
moeten bezuinigen.
De voorzitter antwoordt dat in de welzijnscommissie
wel over de mogelijke bezuinigingen op zwemonderwijs ge
sproken is, maar dat dit niet geleid heeft tot een uit
spraak. In een brief aan het schoolbestuur van 4 mei 1983
is o.a. het volgende vermeld:
"Graag willen wij nog opmerken dat de financiële toestand
van de gemeente ons kan dwingen de regeling voor het
schoolzwemmen in 1984 of 1985 wederom kritisch te bezien
op de financiële haalbaarheid. Wij houden ons dan ook
aanbevolen voor initiatieven uwerzijds, welke de kosten
kunnen verminderen."
Het schoolbestuur gaat in zijn brief van 16 maart 1983
akkoord met de voorgestelde regeling.
Mevrouw ten Hove-Bosters vraagt het college de wel
zijnscommissie alsnog bij elkaar te roepen om uit te spre
ken dat het schoolzwemmen voor de periode, dat dit college
zitting heeft, gewaarborgd wordt.
Wethouder Hommel antwoordt dat het beleid van het
college al vanaf een vroegtijdig stadium gericht is ge
weest op het behoud van het schoolzwemmen. De raadsleden
weten ook dat met de raadsleden, en de welzijnscommissie
gesproken is dat de financiële inbreng van de gemeente
per einde van het school jaar 1983 helemaal zou stoppen.
Na overleg met het schoolbestuur heeft dit bestuur gemeend
dan te moeten mededelen dat dan het hele schoolzwemmen
van de baan zou zijn. Daarop is het college naarstig op
zoek gegaan om middelen te vinden om het schoolzwemmen
voor het volgend jaar toch mogelijk te maken. De gemeente
raad heeft de bevoegdheid om op de. begroting gelden aan
te wijzen voor het schoolzwemmen. Het geven van een waar
borg ligt dus geheel in handen van de gemeenteraad en niet
in die van. het college van burgemeester en wethouders.
Wanneer er zoveel door het college is gedaan om het school
zwemmen in .1984 te behouden, dan is het ook de bedoeling
dat het in de jaren erna doorgaat. Het totaal van de
financiën kan echter zodanig zijn dat men aan verdere be
zuinigingen niet ontkomt en daarom is een vaste waarborg
thans niet van toepassing. De vaststelling van een. volgend
jaar berust bij de gemeenteraad en daar behoort hij ook.
Mevrouw ten. Hove-Bosters is het er roerend mee eens
dat het college een berg werk heeft gedaan voor het school
zwemmen, maar ze heeft nog geen antwoord gehad op de
vraag of het niet zinnig zou zijn de welzijnscommissie
alsnog te horen.
Wethouder Hommel heeft er geen moeite mee dit onder- i
werp in de eerstvolgende vergadering van de welzijnscommis
sie aan de orde te stellen. Mocht de commissie komen met
een advies van een meerjarige waarborg dan weet de commis
sie daar het antwoord nu al op, namelijk dat het van jaar
tot jaar bezien zal moeten worden, in het kader van de
totale gemeentelijke financiën. De gemeenteraad kan dan,
nogmaals gezegd, de middelen aanwijzen als het college
van b. en w, die niet zou zien.
De heer van Geel is er altijd vanuit gegaan dat
hoofdzaak was het schoolzwemmen te. waarborgen. Wanneer er
nu geen initiatieven geweest zouden zijn, dan hing het
schoolzwemmen in de toekomst aan een. zijden draadje. Het
feit. dat nu maatregelen genomen zijn betekent dat het
schoolzwemmen in de toekomst beter gewaarborgd kan blijven.