- 5 -
12 Rondvraag.
Mevrouw ten Hoye-Bostetóvraagt hoe de mening yan het
college is met betrekking tot de instelling yan een commis
sie openbare werken.
Wethouder Hommel antwoordt dat over de instelling yan
deze commissie overleg in coalitieverband is gepleegd, waar
aan o.a. door mevrouw ten Hove-Bosters is deelgenomen. Oyer
de instelling zijn bepaalde afspraken gemaakt, maar door
enkele opmerkingen van mevrouw ten. Hove-Rosters. kunnen deze
afspraken niet nagekomen worden. De wethouder merkt op dat
mevrouw ten Hove overigens naar de bekende weg vraagt, omdat
zij als geen ander op de hoogte is. van de gang yan zaken.
Mevrouw ten Hove-Bosters verklaart nog met voorstellen
over de commissie te zullen komen.
De heer Buijs leest een verklaring yoor, waarin hij het
college verwijt geen rekening te houden met de gevestigde
plaatselijke middenstand.
De voorzitter antwoordt dat de Algemene Plaatselijke
Strafverordening een artikel oyer het afgeven yan ventver
gunningen bevat en dat er geen gronden waren om de vergun
ning te weigeren. Hij onderstreept zijn betoog met enkele
uitspraken van de Raad van State en een brief van de Minis
ter van Binnenlandse zaken, waarin deze de gemeenten, ver
zoekt de plaatselijke protectie van de middenstand niet te
gebruiken als weigeringsgrond voor het al dan niet yerlenen
van een ventvergunning. De nadruk dient te liggen op het
belang van de consument. Tevens deelt de voorzitter mede
dat in de brief waarvan het K.N.O.V. zegt dat overleg oyer
dergelijke zaken zou zijn toegezegd, sprake is. yan oyerleg
bij het realiseren van nieuwe winkelpanden. Er is nimmer
sprake van geweest dat bij het besluiten over aanvragen
voor ventvergunningen overleg met de middenstand zou plaats
vinden. Dat is ook uit praktische overwegingen ondoenbaar.
Mevrouw ten Hove-Bosters is van mening dat de plaatse
lijke bevolking zeer gediend is met het verlenen van de be
trokken ventvergunning en ze is dan ook yan mening dat er
onnodig lang over deze materie wordt gesproken.
De heer Rommers is yan mening dat het K-N.O.V. de
tekst yan. de brief wel juist geïnterpreteerd heeft. Hij
toont een schrijven van hetK.N.O.V. waaruit dat moet blij
ken.
De voorzitter antwoordt dat het college de aan het
K.N.O.V. toegezonden brief in ieder geval zo interpreteert
dat overleg oyer bouwactiviteiten gevoerd zou worden.
De heer Buijs vraagt het college een soepeler houding
m.b.t. de verhuur van het sportveld llogendijk aan te nemen.
Hij is van mening dat een rustperiode, zoals deze door het
college wordt gehanteerd, overbodig is
De voorzitter antwoordt dat met de gebruikers de af
spraak. gemaakt is dat gebruik van de velden yoor toernooien
mogelijk is tot 1 juli..
De heer Buijs is yan mening dat gebruik in andere maan
den ook best mogelijk moet zijn.
De heer Buijs attendeert nog op de. toestand yan de
bermen van de Moorseweg en de Veerweg.
Wethouder Perdaems antwoordt dat hier iets. aan gedaan
zal worden zodra de weersomstandigheden dat toelaten.