Tr BIJLAGE 6 AGENDAPUNT RAADSVERGADERING CODENR; 3 16 maart 1983 -2.03.86 Voorstel in te stemmen met een wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacadeiaie Noord-Brabant. Aan de gemeenteraad. Bij raadsbesluit van 3 maart 1973 besloot onze gemeente deel te nemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Noord-Brabant. Het dagelijks bestuur van genoemde gemeenschappelijke regeling verzoekt u "bij schrijven van 26 januari 1933 in te stemmen met een wijziging van de regeling. Het navolgende maakt deze wijziging noodzakelijk. Bij de totstandkoming van de gemeenschappelijke regeling in 19 73 is de deelname daaraan beperkt tot de provincie Noord-Brabant en de in deze provincie gelegen gemeenten. Inmiddels hebben onder meer stads— en streekgewesten verzocht te mogen toetreden tot de gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur van de Bestuursacademie acht het in principe juist, dat deze openbare lichamen met het oog op hun belangenbehartiging zelf kunnen beslissen over deelname aan de ge meenschappelijke regeling. Daarvoor behoeft de regeling wijziging, in die zin dat naast de provincie Noord-Brabant en de gemeenten als deelnemers worden genoemd; 'andere in deze provincie gevestigde openbare lichamen', alsmede dat aan Provinciale Staten en gemeenteraden als bevoegde organen inzake wijziging en opheffing van de gemeen schappelijke regeling worden toegevoegd: 'de bevoegde bestuursorganen van andere deelnemende openbare lichamen'. Met betrekking tot de participatie in de middelen van de academie geldt voor de gemeenten een kostenverdeling naar rato van het aantal inwoners. In verband met het feit dat andere openbare lichamen veelal niet een wettelijk geregeld aantal inwoners kennen, maar vooral door het verschil in taken en personeels bestand, kan die verdeelsleutel niet worden gehanteerd. Om zoveel mogelijk een met gemeenten vergelijkbare financi'êle bijdrage in relatie tot de taak van de academie te bereiken, wil het algemeen bestuur van het instituut deze voor andere openbare lichamen vaststellen op eenzelfde bedrag als voor een gemeente, waarvan de omvang van het personeelsbestand dat van een andere deelnemer het meest be naderd. Die verhouding zal dan voor een periode van vijf jaren worden vastge steld, oei al te veelvuldige veranderingen te voorkomen. Inverband met de vereiste Koninklijke Goedkeuring van een eventuele wijziging van de regeling i s door het dagelijks bestuur van de academie overleg gepleegd met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarbij geen bezwaren naar voren zijn gebracht. Met het algemeen bestuur zijn wij van mening dat het Eiogelijk moet zijn, dat

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1983 | | pagina 31