- 4 - strijdig zijn aan een andermans mening, een wethouder die een mening moet kunnen respecteren en hij verlangt in zo'n geval een normale behandeling. Wethouder Hommel verklaart te maken te hebben met de instel ling van een welzijnscommissiewaarover de raad destijds strijd gevoerd heeft of het een commissie ex. art. 61 of 63 van de gemeen tewet moest zijn en dat die raad unaniem tot de conclussie geko men is dat het een commissie zonder beslissingsbevoegdheid moest worden. Aan de welzijnscommissie is toen toegevoegd dat niet licht vaardig van de adviezen zou worden afgeweken en met deze stelling is de commissie aan het werk gegaan. De wethouder verklaart voorts dat het op zijn weg, als voorzitter van de welzijnscommissie, ligt om dat werk van de commissie, waarvan de leden de zaken bestudeerd hebben, te verdedigen. Wat daar dan onmenselijk aan is weet de wet houder niet. Vervolgens vraagt de voorzitter wie er stemming verlangt over de voorgelegde verordeningen. De heer Buijs mist in de verordening, regelende de subsidië ring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening subsi diering van opleiding, her- en bijscholing. Dit element is wel in de Sonmonormen opgenomen. De voorzitter antwoordt dat het amateuristische beoefening be treft. Voor een speciale opleiding dient men zich te wenden tot een muziekschool, waarvoor dan een andere subsidieregeling geldt. De kosten van opleiding zijn wel in deze verordening opgenomen. Wethouder Hommel antwoordt nog dat subsidie gegeven wordt in het salaris van de dirigent en dat dan ook de opleiding binnen de vereniging voor zijn rekening neemt. Als een vereniging meent nog voor andere opleidingen subsidie te moeten vragen, dan is dat niet in het Sonmo-advies opgenomen. Vervolgens worden de volgende verordeningen zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders vast gesteld: 1) de subsidieverordening sociaal cultureel werk; 2) de verordening regelende de subsidiëring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening; 3) de verordening regelende de subsidiëring van het volgen van op leidingen aan muziekscholen; 4) de verordening regelende de subsidiëring van verenigingen, die zich bezig houden met opbouwwerk; 5) de verordening regelende de subsidiëring van verenigingen, die zich bezig houden met plaatselijk vormings-en ontwikkelingswerk; 6) de verordening regelende de subsidiëring van club-en buurthuis werk 7) de verordening regelende de subsidiëring van sportieve recreatie; 8) de verordening regelende de subsidiëring van overige activitei ten; 9) de verordening regelende de subsidiëring van sportverenigingen. (Bijlagen 2 t/m 12) Vervolgens stelt de voorzitter de subsidielijst 1982 van plaatselijke verenigingen en instellingen aan de orde. De voorzit ter stelt voor de toe te kennen bedragen een voor een voor te lezen, waarop de leden van de raad hun opmerkingen kunnen maken. De heer Buijs merkt op dat de opmerkingen van de raadsleden veelal in de algemene beschouwingen verwerkt zijn. Hij acht het beter de subsidielijst na de algemene beschouwingen vast te stellen. Hij wil graag horen wat de andere leden in hun beschouwingen op merken over de subsidies, alvorens een besluit te nemen. De overige raadsleden hebben er geen bezwaar tegen de subsidie- lijst thans vast te stellen, waarop de voorzitter overgaat tot be handeling van de lijst.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1982 | | pagina 4