4 -
Artikel 10.
1. Een besluit tot toekenning van subsidie wordt schriftelijk ter kennis van
de gesubsidieerde instelling gebracht met vermelding van de voorwaarden
welke aan de subsidietoekenning zijn verbonden en de grondslagenwaarop
de berekening zal plaatsvinden;
2. een besluit tot afwijzing van een verzoek om subsidie, danwel tot wijziging
van een subsidie in een voor de verzoeker ongunstige zin bevat de beweeg
redenen, die tot de beslissing hebben geleid;
3. indien het eigen vermogen van een instelling meer bedraagt dan redelijker^
wijs voor het verrichten van de werkzaamheden van de instelling noodzakelij
is te achten, kan de subsidie-aanvrage geheel of gedeeltelijk worden afgew*
zen.
4. indien er een aanwijsbaar vermoeden bestaat, dat er onjuiste opgaven ge
daan worden kan het subsidie, zulks ter beoordeling aan de gemeenteraad,
de welzijnscommissie gehoord, worden teruggevorderd of niet worden uitae-
keerd. a
Artikel 11.
1. De hoogte van meerjarige subsidies wordt telkens voor één jaar vastgesteld,
waarbij onder een jaar wordt verstaan een kalenderjaar;
2. de ingevolge het eerste lid toegekende subsidies worden afhankelijk van de
in artikel 21, bedoelde vaststelling uitbetaald tot ten hoogste het bedrad
dat daarvoor in de goedgekeurde gemeentebegroting is opgenomen.
Artikel 12.
De gemeenteraad stelt voor zover mogelijk voor elke werksoort afzonderlijk een
bijzondere subsidieverordening vast. Deze verordening behelst tenminste;
a. de aanwijzing van het belang ter behartiging waarvan subsidie wordt verleen*
b. de grondslag voor de berekening van het subsidie;
c. de methode van subsidiëring.
Artikel 1 3.
De gemeenteraad kan aan instellingen, die op grond van deze verordening in aaA
merking komen voor subsidiëring een bijdrage fonds perxiu toekennen in de kas*
van nieuwbouw, verbouw en eerste inrichting van de akkommodatieDe hoogte van
een dergelijke bijdrage wordt door de gemeenteraad vastgesteld.
Artikel 1 4.
De gemeenteraad kan aan instellingen, die op grond van deze
subsidiëring in aanmerking komen, garanties verstrekken ten
ter zake van nieuwbouw, verbouw en eerste inrichting van de
onder nader door de gemeenteraad te stellen voorwaarden.
Par. 3 Subsidie-aanvrage.
Artikel 15.
1' H^r20Bk™ =ub3ldi= dlBnt schriftelijk bij burgemeester en „ethouders te
w rden ingediend voor 1 september van het jaar, voorafgaande aan dat, «aar-
voor subsidie wordt aangevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen verlangen, dat bij het aanvragen van sub
sidie wordt gebruik gemaakt van formulieren;
2. de in het eerste lid gestelde termijn is niet van toepaasing voor instelling
maligehktiuiteiterh3 verben ter dekking van de kasten ven eer-
ltelt n' gelijk verzoek dient tenminste 3 maanden vdör W
plaatsvinden van de eenmalige aktiviteit bij burgemeester en wethouders te
worden ingediend.
verordening voor
behoeve van lening^
akkommodatie, zulk5
3. Burgemeester en wethouders zenden zo snel mogelijk bericht van ontvangst.
Artikel 15.
Bij de subsidie—aanvrage dient de instelling over te leggen;
a. een begroting van baten en lasten, vergezeld van een duidelijke toelichting
en een verklaring van de verschillen met de begroting van het voorafgaande
jaar;
b. een opgave van eventueel bij de instelling geldende tarieven en kontributies"
c. een opgave van de samenstelling van het bestuur van de instelling;
d. een exemplaar van de statuten of regelementen, danwel een opgave van even
tuele wijzigingen hiervan;
e. andere bescheiden, welke burgemeester en wethouders voor het vaststellen
van de subsidiebedragen noodzakelijk achten.
Artikel 17.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het inzenden van
éen of meer bescheiden, bedoeld in artikel 16.
Artikel 1 B.
Aanvragen orn een bijdrage, als bedoeld in artikel 13, of om een garantie als
oe oeld m artikel 14, dienen te worden ingediend bij burgemeester en wethouders
onder overlegging van:
a. de bescheiden, genoemd in artikel 16, tenzij deze reeds uit anderen hoofde
in het bezit van de gemeente zijn;
b. een financieringsplan voor de investering, alsmede een geraamd exploitatie
overzicht voor het eerste jaar na het gereedkomen van de nieuwbouw c.q
verbouw, waarop de aanvragen betrekking hebben;
c. het bouwplan.
Par. 4. Voorschotverlening en betaalbaarstelling.
Artikel 19
Burgemeester en wethouders zijn gehouden op een daartoe strekkend verzoek voor
schotten op het toe te kennen subsidiebedrag te verstrekken; zij kunnen nadere
regelen stellen met betrekking tot de wijze van uitbetaling.
Artikel 3D
De instelling is verplicht een benk- of girorekening op haar naam te openen.
Par. 5. Subsidie-afrekening.
Artikel 21
De definitieve vaststelling van het subsidie geschiedt door burgemeester en
verleendr5Ai°dr 1 T Valgend op het Jaar- waarover subsidie is
verleend. Alsdan vindt verrekening van de voorschotten plaats.
Artikel 22.
Jp^lljHe -iJUni V3n h8t jaar vol9end °P het jaar, waarover subsidie is
ove/te leggend g83ubsldleerde instelling- aan burgemeester en wethouders^
a. de exploitatierekening over het jaar, waarover subsidie is verleend en de
lichting? tB da9 h6t J3ar' ver9ezeld van een duidelijke toe-