rvir X. e r-
3. een aanlegvergunningensysteem dient om dezelfde reden te worden opgenomen;
4. aan de bestemming "dijken" dient de aanlegvergunning door burgemeester en
wethouders te wordengekoppeld aan het horen van staatsbosbeheer, alsmede aan
een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten.
dat reclamant onder 3, als bezwaren aanvoert:
1in de toelichting wordt gesteld dat voor de speciedepots langs de Schelde-
Rijnverbinding een apart bestemmingsplan wordt opgesteld en hij prijs stelt
op een vroegtijdig overleg in deze, gezien de bewuste gronden staatseigendom
zijn.
overwegende ten aanzien van deze bezwaarschriften;
dat aan de bezwaren van reclamant, onder 1, tegemoet kan worden gekomen, door de
voorschriften te wijzigen cq aan te vullen. Alleen ten aanzien van de maximale
inhoudsmaat kan gedeeltelijk tegemoet worden gekomen door verhoging van de
maximale inhoudsmaat tot 800m3, een maat die ook voor de Gewestelijke Raad van
het landbouwschap te Tilburg alleszins akseptabel is;
dat aan de bezwaren van reclamant onder 2 voor wat betreft zijn bezwaar onder
1 en 2 niet kan worden tegemoet gekomen. De vrees voor schaalverkleining lijkt
ons bijzonder ongegrond gezien de steeds toenemende tendens tot schaalvergroting
in de landbouw en het afnemen van het aantal agrarische bedrijven, als gevolg
van een tekort aan cultuurgrond. Tevens moet worden gekonkludeerd, dat de
bestaande boerderijen met de hen omringende beplantingen zich in de ruimte als
losstaande elementen manifesteren en als zodanig niet of nauwelijks als ruimte-
begrenzende /-bepalende elementen kunnen worden aangemerkt.
De aanlegvergunning met betrekking tot de bestemming"dijken" kan worden ge
koppeld aan het horen van Staatsbosbheer en een verklaring van geen bezwaar van
gedeputeerde staten, door wijziging van de voorschriften.
dat de bezwaren van reclamant onder 3 zich richten tegen de toelichting behorende
bij het bestemmingsplan en arn welk verzoek zal worden voldaan zodra de bestem
ming van de buitendijkse gronden aan de orde is.
gelet op het advies van het stedebouwkundig adviesbureau Eindhoven b.v. van
6 januari 1982;
mede gelet op artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
besluit;