)0Z ,\1o
ol'jjo d
_4_
Verder zal,volgens wethouder Hommel,van een normale
arbeidsverhouding,verzekering tegen ziektekosten en
andere sociale lasten natuurlijk geen sprake kunnen
zijn en zal de arbeidsplaatsal is het dan maar een
part-time baan,niet tot stand kunnen komen.
Wanneer de raad de gevraagde subsidie van f.24490,--
niet alsnog wil toekennen zal wethouder Hommel toch
zijn stem geven aan het thans aan de orde gestelde
voorstel,onder het motto "beter iets dan niets".
Mevr.ten Hove-Bosters kan hetgeen wethouder Hommel
naar voren heeft gebracht ten volle onderschrijven en
zegt allereerst dat haar betrokkenheid bij genoemde
bejaardensoos voor het laatste jaar is.
Als commissie- en raadslid geeft zij haar visie op
deze kwestie en zij vindt dat het voorstelzoals het
nu aan de orde is slechts een tegemoetkoning is maar
dat dit geen oplossing biedt.Zij noemde de voorge
stelde f.17.500,een doekje voor het bloeden en merkt
op dat men in de welzijnscommissie meer begrip had voor
deze zaak,maar dat haar advies niet is opgevolgd,waar
door het eerste minderheidsvoorstel van het college het
niet haalde.
Mevr.ten Hove-Bosters zegt verder dat het open-
bejaardenwerk en ook andere verenigingen ten volle
gebruik moeien kunnen maken van de soos, zonder op al te
hoge kosten te worden gejaagd. Volgens haar,wil de
StJozefgaarde onderdak bieden aan een grote scala van
verenigingen en bejaarden,maar kan daarbij de finan
ciële steun van de gemeente niet missen.
Mevr.ten Hove-Bosters verzette zich heftig tegen het
het feit dat er ook al stemmen waren opgegaan om de
bejaarden uit de soos te halen en zij zegt dat er al
een ijverig raadslid haar heeft medegedeeld dat hij
reeds 2 plaatsen had waar de bejaarden gratis konden
komen.
Mevr.ten Hove-Bosters vindt dit ongehoord en op zulke
onderhandelingspraktijken van ijverige raadsleden is
zij fel tegen.Volgens haar hebben de bejaarden helemaal
niet om een ander onderdak gevraagd.Volgens haar hebben
de bejaarden destijds zelf de bejaardensoos verbouwd
tot wat het nu is en zij zegt dat de bejaarden het
recht hebben te blijven waar ze zijn,ook al gaat het
wat meer geld kosten voor de gemeenschap.
Mevr.ten Hove-Bosters vindt dat ieder raadslid een
eigen standpunt mag hebben,dat is zijn goed recht,maar
dat men dan ook zijn verantwoordelijkheid moet kennen
in deze zaak en niet,zoals nu gebeurt,twee zaken aan
elkaar vastkoppelen.
Êén groot waarom blijft er bij Mevr.ten Hove-Bosters
in deze zaak over,n.m.rwaarom heeft men alles in het
werk gesteld om de zaak tussen StJozefgaarcfe en de
gemeente af te schuiven op de beheerster van de soos
waardoor de gemeenschap geruchten en praatjes kreeg te
horen die niet op waarheid berusten?
Dat de welzijnscommissie bij haar advies onjuist
cijfemateriaal van de stichting voor handen zou hebben
gekregen,bestreed Mevr.ten Hove-Bosters ten stelligste.
Zij noemde het onwil van de raad dat er niet tot een
oplossing gekomen kon worden.