Bij een verdere uitvoering gaat echter het kostenaspect mede een rol spelen. Het bestuur is danook de mening toegedaan, dat de verdere afbouw van het Stellebos een zaak van Staatsbosbeheer dient te zijn. Terzake wordt thans overleg gevoerd met Staatsbosbeheer en de dienst van de Domeinen. Vraag is echter hoe deze beide instanties hier tegenover staan. Voor onze gemeente is dit zeer belangrijk,omdat anders de kosten van dit project bij opheffing van het schap geheel voor onze rekening komen. Dit laatste kan nooit de bedoeling zijn van de overige deelnemers in het schap. Bij onze be slissing tot opheffing van het schap moet dan ook duidelijk het een en ander worden geregeld. Los van deze nog te regelen zeken, meent ons college het te moeten betreuren, dat niet langer geloof ofwel waarde moet worden gehecht aan de bij de instelling van het Kanaelschap gestelde doeleinden: Voor ons college gelden de destijds gestelde belangen nog steeds. De landschappelijke aankleding van het kanaal; de behartiging van de natuurbelangen alsmede een mogelijkheid voor recreatie zijn nog steeds aktueel. Gezien de omvang van deze mogelijkheden kan alleen een aanpak in een groter verband tot resultaten leiden. De gemeente Nieuw—Vossemeer is in dit opzicht te klein om dergelijke zaken met enig succes aan te pakken. Zo de overige deelnemers in het Kanaalschap echter tot opheffing zouden besluiten, menen wij, dat er geen verder werkbare situatie aanwezig blijft. Ge tracht zal moeten worden om de eerder genoemde belangen onder te brengen in een ander verband, met name bij het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Het Streekgewest is ten aanzien hiervan met de recreatie wat oriënterend bezig. Het algemeen bestuur van het gewest heeft reeds tot taak aan zich getrokken, een tweetal deelplannen op het gebied van de recreatie in West-Brabant, (hengelsport en fietspaden-) Mogelijk dat in de toekomst uitbreiding aan deze taken gegeven kan worden, zodanig dat ook onze belangen ingepast kunnen worden. Het bestuur van het Kanaalschap onderschrijft op blz. 13 van de rapportage nog eens duidelijk dat zij de bestemming van de speciedepots tot recreatieve doeleinden juist vindt. Verder meent ons college, dat de aanspraak op een ver vangende jachthaven gehandhaafd moet blijven. Ons college meent dat in de toekomst het streven er op gericht moet blijven om tot een verdere ontwikkeling en uitbouw van de recreatie in dat gebied te komen. Op de vraag tot opheffing van het kanaalschap stelt ons -college u voor in principe te besluiten, echter met inachtneming, dat een regeling wordt getroffen voor de afbouw van het Stelle bos. Nieuw.Vossemeer, 3 juli 1980. Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer, de secretaris, de loco-burgemeester, A.A.v.Overveld. fvl.J.J. Perdaems.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1980 | | pagina 97