agendapunt
6
RAADSVERGADERING
24 september 1980
CODENR. bi.jlage 4
-1.778.5
VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN BOUWREGISTRATIEVERORDENING.
Aan cie gemeenteraad.
In de bouwnijverheid doet zich het verschijnsel voor van overtreding,
misbruik en oneigenlijk gebruik van sociale, economische en fiscale wetten,
alsmede van andere regelingen. Het geheel van deze misstanden wordt veelal
samengevat onder de naam "beunhazerij" of "sluikbouw".
Hoewel de overheid reeds bij voortduring de beunhazerij in de bouw bestrijdt,
blijken de in het kader hiervan genomen maatregelen niet afdoende te z;Un*
Door de Minister van Volkshuisvesting en R.O. en de Staatssecretaris
van Economische Zaken is bij brief d.d. 21 juli 1980 medegedeeld, dat aan
ook tot verdergaande maatregelen is besloten. Deze vullen de reeds bestaan
de zodanig aan, dat verwacht wordt dat een effectieve bestrijding van het
euvel van de sluikbouw mogelijk is.
In een brief van 19 septebember 1979 is door de Minister en de Staats
secretaris voornoemd een en ander reeds kenbaar gemaakt aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaalin welk college ook aangedrongen is en wordt op een
intensivering van het tegengaan van het beunhazen in de bouw. Door de
Kamer is dan ook met overgrote meerderheid een motie aangenomen, die mag
worden gezien als een ondersteuning van het door de Minister en Staats
secretaris geschetste beleid.
Eén van de in de genoemde brief van september 1979 voorgestelde maatrege
len is het registreren van de verleende bouwvergunningen in een openbaar
register bij en door de gemeenten. In dit verband is door de Minister van
Volkshuisvesting en R.O. en de Staatssecretaris van Economische Zaken
in overleg met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de
Economische Controle Dienst en de Vereniging van Kamers van Xoophandel en
Fabrieken een model-Bouwregistratieverordening uitgewerkt.
Hierbij zij opgemerkt dat op basis van deze verordening de gemeente zich
k£ erken tot een registratie- en informatierolBij het uitoefenen
van het gebruikelijke toezicht dienen de ambtenaren van het Bouw- en Woning
toezicht in dit verband slechts toe te zien of de door de houder van de
bouwvergunning verstrekte gegevens al dan niet juist zijn. Ingeval zij
twijfelen aan de juistheid van die gegevens of onjuistheden signaleren,
dienen deze terstond te worden doorgegeven aan de in de Bouwregistratie-
verordening aangegeven instantie, de desbetreffende Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
Het overnemen van dit model zal de uniformiteit, die door de Kamers van
Koophandel en Fabrieken en de Economische Controle Dienst van wezenlijk
belang is, ten goede komen.
-De-