A
AGENDAPUNT
11
RAADSVERGADERING
12 november 1980
bijlage 17
CODENR.
-1.777.2S2
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN.
Aan de gemeenteraad.
Op grond van artikel 62 van de Afvalstoffenwet heeft de gemeente de be
voegdheid ter bestrijding van de kosten, verbonden aan het verwijderen van huis
houdelijke afvalstoffen en van daarmede gelijk te stellen afvalstoffen, een
heffing in te stellen.
De tekst van artikel 62 luidt als volgt:
"1. Elke gemeente kan ter bestrijding van de kosten die voor haar verbonden zijn
aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en van daarmede krachtens
artikel 17 gelijkgestelde afvalstoffen een heffing instellen, waaraan kunnen worden
onderworpen degenen die, al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht
feitelijk gebruik maken van een perceel ten aanzien waarven artikel 3, eerste lid,
voor de gemeente gestelde verplichting geldt.
2. Met betrekking tot deze heffingen zijn de artikel 269-271,280-301 en 303 van
de gemeentewet van overeenkomstige toepassing."
Ter uitvoering van dit artikel kunnen in de in te stellen afvalstoffenheffing
worden betrokken degenen, die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens,
een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk gebruik maken van percelen ten aanzien
waarvan de gemeente verplicht is tot de in artikel 3 van de Afvalstoffenwet be
doelde dienstverlening. Da kring belastingplichtigen die onder deze omschrijving
valt is derhalve aanzienlijk ruimer dan die van de belastingplichtigen vallende
onder de huidige reinigingsrechtverordening. De laatst bedoelde kring belasting
plichtigen beperkt zich volgens de jurisprudentie tot hen die feitelijk van de
reinigingsdienst gebruik maken. Het hiervoor weergegeven artikel van de Afval
stoffenwet stelt de gemeente echter in staat van de gebruikers van elk perceel,
gelegen in een gebied waar de gemeente verplicht is ten minste éénmaal per week
huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, een vergoeding te vragen ter bestrij
ding van de kosten verbonden aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen.
Belastingplicht is derhalve niet afhankelijk van het metterdaad gebruik maken
van die mogelijkheid. Overgelegd wordt een concept-verordening, waarin deze
heffing wordt bepaald op S3,per perceel. Voor containers gelden afzonderlijke
tarieven. De tariefstelling is geschied in overleg met de gemeenten Steenbergen
en Dinteloord, omdat wij met deze twee gemeenten terzake afspraken hebben gemaakt.
Wij stellen u voor conform de concept-verordening te besluiten.
Nieuw-Vossemeer, 7 oktober 1930.
Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer,
de secretaris, de burgemeester,
A.A.v.Overveld. A.A. Rijstenbil.