Artikel 3, eerste lid. Het bestuur van elke gemeente draagt er, al dan niet in samenwerking met anuere gemeenten, zorg voor dat ten minste éénmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige stoffen geregeld in een particuliere huishouding kunnen ontstaan. Deze wettelijke bepalingen sluiten overigens weer aan bij de huidige prak tijk; in de Algemene Politieverordening zijn hiertoe voorschriften opgenomen. Deze moeten echter worden aangepast aan de eisen die door het van kracht worden van de afvalstoffenwet worden gesteld. Door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is een model—verordening ont worpen, bedoeld om de gemeenten behulpzaam te zijn en om een zo groot mogelijke eenheid in rechtspleging te krijgen. Alle bepalingen van deze modelverordening zijn echter niet op de Afvalstoffenwet gebaseerd. In een aantal gevallen is sprake van autonomen bepalingen op grond van artikel 168 van de gemeentewet. Kern van de verordening wordt gevormd door Titel II en Titel III, waarin regelen worden gesteld voor "het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil". In deze Titels wordt tegemoet gekomen aan de in artikel 2 vam de Afvalstoffenwet verankerde eis tot het stellen ven regels over dit onderwerp. Tevens is van belang het Koninklijk Besluit van 16 mei 1979 tot toepassing van artikel 17 van de Afvalstoffenwet, krachtens welk K.Bgrof huisvuil voor de toepassing van de artikelen 2 en 4 t/m 16 van de wet met huishoudelijke afval stoffen gelijk is gesteld. In bijgaande concept—verordening hebben wij in het algemeen het model van de V.N.G. gevolgd. Wij stellen u voor de concept-verordening conform vast te stellen. Nieuw-Vossemeer, 7 oktober 1980. Burqemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer, de secretaris, de burgemeester, AAv.OverveldA.A. Rijstenbil.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1980 | | pagina 147