-2-
Sta mij echter toe,dat ik eerst nog enkele woorden
tot U richt.
U zult het mij niet euvel duiden, dat ik op deze
plaats nog een posthume hulde breng aan burgemeester
Remery, die helaas voor ons te vroeg is heengegaan.Hij
deed prachtig werk voor onze gemeente.
Als ik het woord weer tot U richt, mag ik, mijnheer
Rijstenbil,mede namens alle raadsleden U van harte ge
lukwensen met deze benoeming. Gaarne betrek ik in deze
gelukwens, U mevrouw Rijstenbil en üw kinderen,verder
alle familie en de gehele kennissenkring.
Toen ons op woensdag 10 september,tijdens een vergade
ring van ons college, het bericht bereikte, dat U,heer
Rijstenbil, was benoemd tot burgemeester van onze schone
gemeente,was dit voor ons allen een complete verrassing.
Immers de dagbladen hadden vol gestaan over mogelijke
candidaten, Uw naam werd daarbij niet genoemd. En toch,
ziedaar .minister Wiegel meende dat U de
juiste man voor Nieuw-Vossemeer was. Wij willen daaraan
niet twijfelen. Als wij de profielschets van de burge
meester door onze gemeenteraad vastgesteld bezien,dan
voldoet U zeker hieraan. Zeker aan de belangrijkste
voorwaarden,die onze raad meende te moeten stellen,
namelijk, dat de burgemeester sociaal denkend zal zijn,
aanspreekbaar voor iedereen, zou passen in onze kleine
gemeente en zich êén voelen met die bevolking en haar
problemen, de kleinschaligheid van onze gemeente moet
kunnen onderschrijven en voorstaan; belangstelling voor
het verenigingsleven; een sportief karakter hebben;
positief staan tegenover het recreatief gebeuren in de
streek; bestuurlijke capaciteiten hebben en zich colle
giaal kunnen opstellen in het college van burgemeester
en wethouders en de raad.
Een hele opsomming, doch wij menen nogmaals te mogen
stellen, dat U aan vele van deze voorwaarden voldoet.
Ik zeg dit met enige overtuiging, omdat wij U mijnheer
Rijstenbil van zeer nabij kennen.
Kwamen in het verleden de nieuwe burgemeesters voor
onze gemeente uit het oosten, U komt uit het westen en
nog wel als ,naaste buur. Vaak hebben wij U ontmoet op
diverse bijeenkomsten en gesprekken gevoerd over gemeen
telijk beleid. Wij kennen U ook van Uw optreden als wet
houder en raadslid in St.Philipsland. Op grond van deze
feiten durf ik te stellen dat U geen onbekende voor ons
bent.
Wij weten hoe U over bepaalde zaken denkt.U haalde met
Uw progressief denken en handelen nogal eens de pers.
Uw open instelling ten opzichte van de burgers die met
problemen bij U kwamen; uw denken over de kleine gemeen
ten; Uw belangstelling voor het verenigingsleven in
St.Philipsland en ver daarbuiten; Uw inzet voor een
recreatieve ontwikkeling van onze streek,geven ons vol
doende waarborg om met U de toekomst volverwachting te
gemoet te zien.
Alhoewel het horen van het nieuws over Uw benoeming
tot burgemeester van onze gemeente enige vraagtekens
opriep, van hoe moet dat nu, een burgemeester van zo
dichtbij. Nu nadat deze eerste reactie wat is weggeëbt,
zien wij toch duidelijk voordelen in Uw benoeming. Wij
weten wie we krijgen, hoe U als persoon bent, wij weten
hoe U handelt; wij kennen Uw principes.