agendapunt raadsvergadering codenr.
bijlage 5
6 29 januari 1930 -1.851.2B07
VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN:
A. HET BEDRAG PER LEERLING EX ARTIKEL 101 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR HET
JAAR 1980;
B. HET VOORSCHOT OP DE VERGOEDING EX ARTIKEL 101 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920
VOOR HET JAAR 1930.
Aan de gemeenteraad.
Bij schrijven van 30 november 1979 deelt de Stichting Katholiek Onderwijs
Nieuw-Vossemeer ons mede, dat het voor 1980 een bedrag van 444,76 per leerling
nodig oordeelt om in de redelijke behoeften van de basisschool te kunnen voorzien.
Bit bedrag is inclusief gymnastiekonderwijs en inclusief administratiekosten.
Ons college is van mening, dat het verzoek van het stichtingsbestuur kan
worden tegemoet gekomen, mede gelet op het (vertrouwelijke) advies van de inspec
teur van het lager onderwijs in de inspectie Roosendaal.
Wij stellen uw raad dan ook voor, het verzoek van het stichtingsbestuur in
te willigen door bedoeld bedrag per leerling voor 1980 vast te stellen op
7 444,76, inclusief gymnastiekonderwijs en inclusief administratiekosten.
In aansluiting daarop ware het voorschot op de vergoeding per leerling voor
1980 te bepalen op 229 1/3 leerlingen x f 444,76 102.998,25.
Voor schoolzwemmen is voor 1980 eveneens een besluit te nemen, zoals in 1979.
De ontwerp-besluiten gaan ter vaststelling hierbij. In de gemeentebegroting 1980
is de raming van het bedrag ad 11.200,nog op te nemen middels de eerste wijzi
ging van deze begroting.
Nieuw-Vossemeer, 18 januari 1980.
Burgemeester en wethouders van Nieuw-Vossemeer,
de loco-secretaris, de loco-burgemeester,
A. van Overveld. M.J.J. Perdaems.