GEMEENTERAAD NIEUW-VOSSBMEER
(tweede vergadering)
1
Openbare vergadering van de raad der gemeente Nieuw-
Vossemeer op Dinsdag 29 januari 1980 des avonds acht uur
ten gemeentehuize.
Tegenwoordig: de heren A.F.Hommel, Jac.Brocatus en
Mevr.G.ten Hove-Bosters en de heren C.Kooien,G.P.Slokkers,
M.J.J.Perdaems en H.F.P.M.Buijs.
Voorzitter: M.J.J.Perdaems, loco-burgemeester.
Secretaris: A.A.van Overveld, loco-secretaris.
1. Opening:
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke
gebed en heet mevrouw en heren leden van de raad hartelijk
welkom op de tweede vergadering van het nieuwe jaar. Ook
heet hij welkom de mensen van de pers en op de publieke
tribune.
De voorzitter hoopt dat het een vruchtbare vergadering
zal zijn en hij is er van overtuigd dat, met aller medewer
king, dit ook wel zal lukken. Hierna leest hij voor:
Nieuwjaarsrede 1980. Deze rede is als bijlage 1 bij deze
notulen gevoegd.
2» Trekking stemmingsnummer:
De voorzitter trekt nummer 4> zodat eventuele hoofdelijke
stemmingen en de rondvraag zullen beginnen bij het lid,dat
zijn handtekening heeft geplaatst achter nummer 4 van de
presentielijst, te weten de heer C.Kooien.
3. Voorstel tot goedkeuring van de notulen van de raadsver-
f aderingen van 27 november 197917 december 1979 en
januari 1980-r
De voorzitter stelt allereerst aan de orde de notulen
van 27 november 1979»
De heer Buijs vindt de notulen van de laatste vergaderingen
zeer slecht, vindt dat er weinig in staat van hetgeen er
gezegd is en ook de antwoorden op de vragen die zijn ge
steld vindt hij slecht genotuleerd.
Vooral de notulen van de algemene beschouwingen vindt
hij zeer onvolledig.
Ook de volgorde waarbij de namen van de aanwezige raads
leden zijn vermeld vindt de heer Buijs helemaal verkeerd.
Mit De voorzitter merkt evenwel op dat/wel degelijk een juiste
notulering is met de vermelding van de namen van d;ë raads
leden, daar deze namen worden vermeld in de juiste volgorde
zoals de raadsleden de presentielijst hebben getekend.
Dit is,volgens de voorzitter, altijd al zo gebeurd, en zegt
dat deze wijze van notulering juist is.
De voorzitter is van mening dat misschien op een enkel
puntje het iets uitgebreider zou kunnen,maar dat de
notulen in beknopte vorm de juiste weergaven zijn van het
geen is'behandeld.
De heer Buijs brengt dan enkele zinsneden uit de notulen
ter sprake die hem helemaal niet bevredigen en waarvan hij
zegt dat hij helemaal niet weet waarover het gaat.
De voorzitter merkt evenwel op dat de heer Buijs ook
de zinsneden die er aan vooraf gaan goed moet lezen,dan
weet men,volgens de voorzitter,wel degelijk waarover het
gaat.